de bouw zegt hij niets met zekerheid te kunnen mededelen. De heer van de Nobelen informeert of het de bedoeling is dat eerst het bestemmingsplan "De Hoop" te Noordhoek wordt volgebouwd en pas daarna het bestemmingsplan "Oost"; hij vraagt voorts of de plaatse lijke gebondenheid invloed heeft in deze en tenslotte hoe het migra tiepercentage over 1976 ligt. De voorzitter antwoordt dat er naar zijn verwachting gelijktijdig zowel grond in het bestemmingsplan "De Hoop" te Noordhoek als in het bestemmingsplan "Oost" te Stand- daarbuiten zal worden verkocht; voorts merkt hij op dat niet zozeer de kwestie van de al dan niet plaatselijke gebondenheid van aspirant bouwers van invloed is op de trage afwikkeling van de herzienings procedure bij de provincie, maar dat het beleid van de provinciale overheid in het algemeen er momenteel ten zeerste op gericht is de verkoop van bouwgrond zoveel mogelijk aan banden te leggen; met be trekking tot de plaatselijke migratie over het afgelopen jaar merkt spreker op dat nagenoeg alle 17 onlangs te Noordhoek gereedgekomen woningen door extranei worden bewoond. In dit verband stelt spreker met nadruk dat te a 11 rtijde geprobeerd wordt de autochtone inwo ners voorrang te verlenen bij het verwerven van bouwgrond. De heer van der Horst vraagt vervolgens of de heer van Poeijer gebonden is aan de 500 vierkante meter bouwgrond die deze wil kopen, of dat hij hier nog grond bij kan kopen. De voorzitter antwoordt dat alle kopers in beginsel gebonden zijn aan het verkavelingsplan; hij merkt verder op dat hier des te meer voorzichtigheid geboden is omdat het om bungalowgrond gaat; zou hier van het verkavelingsplan worden afge weken, dan zou het volgens spreker niet uitgesloten zijn dat er stukken grond onverkocht en zodoende onrendabel zouden blijven lig* gen Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel tenslotte aangenomen. l/oorbereidingsbesluit Bestemmingsplan "Buitengebied" (gedeelteli jk) De voorzitter merkt op dat een Uoorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de UJet op de Ruimtelijke Ordening slechts 1 jaar van kracht is en dat, nu de geldigheidsduur van het vorig Uoorbereidings- besluit is verstreken en de werkzaamheden met betrekking tot het inventariseren en ontwerpen van een nieuw Bestemmingsplan "Buiten gebied" nog wel een jaar zullen vergen, een nieuw Uoorbereidings- besluit hiervoor dient te worden vastgesteld; hierdoor, zegt hij, kan adequaat gereageerd worden op hetgeen zich in het buitengebied op planologisch gebied voordoet. De heer van der Horst zegt ernstige bedenkingen te hebben tegen het feit dat omvangrijke werken als een electriciteitsleiding en de leidingstraat schijnbaar moeiteloos in het buitengebied kunnen wor den gerealiseerd en dat bewoners van deze gemeente systematisch de pas wordt afgesneden bij het realiseren van hun voornemens. De voorzitter antwoordt dat het er hier niet om gaat dat mensen de pas wordt afgesneden, maar dat ook de gemeente Standdaarbuiten nu een maal niet langs de terzake vereiste procedure kan indien ook maar de geringste planologische aktiviteit wordt ondernomen; hij merkt hier voorts over op dat verzoeken van met name de eigen inwoners binnen de bestaande voorschriften met soepelheid worden behandeld, en dat deze voorschriften er overigens primair zijn om de belangen van de gebruikers van het buitengebied, de agrariërs, te dienen en te beschermen. lYlet betrekking tot het aanleggen van de electrici teitsleiding merkt spreker op dat, indien deze gemeente zich hier tegen verzet, de Provinciale Noordbrabantse Electriciteits Maat schappij zich tot de betreffende Minister zal wenden en dat de ver eiste vergunning na enig uitstel in ieder geval tóch wordt verleend; - overigens -

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1976 | | pagina 66