verloop heeft; hierdoor is op de duur in het hele onderwijsbeleid van deze gemeente, aldus de voorzitter, een groot stuk onzekerheid inge bouwd waar hoe langer hoe moeilijker mee te werken valt. Indien een schoolbestuur van mening is dat een school in bijzondere omstandigheden verkeert, zegt hij, d3n wordt zonder meer een ambtelijke lijdensweg ingeslagen waar men in de verste verte geen notie van heeft; aan deze zijde wordt hier, aldus spreker, onvermijdelijk toe bijgedragen door het lang wachten op stukken van de betreffende schoolbesturen die door de gemeente tot een advies moeten worden verwerkt en vervolgens moeten worden doorgezonden. De voorzitter spreekt vervolgens de hoop uit dat de centrale overheid in de toekomst zelf de vergoedingen voor het lager onderwijs vaststelt, precies zoals dat nu al voor het kleuter onderwijs geschiedt; erg veel, zegt hij, moet hier overigens niet van worden verwacht, getuige de vele taken die het Rijk, inclusief een aantal financiële lasten, inmiddels op de lagere overheid afschuift; als zodanig noemt spreker onder andere het bibliotheekwezen. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt het voorstel tenslotte aangenomen. 12. Uerlening van voorschotten op de vergoeding ex artikel 101 der Lager Onderwljswet 1920 voor het jaar 1977. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 13. Recht van opstal ten behoeve van bouw van een garage. De heer Bogaarts zegt volkomen in te kunnen stemmen met de gekozen oplossing; op zijn vraag wat er over 10 jaar precies gebeurt bij de beëindiging van het opstalrecht, antwoordt de voorzitter dat dit zonder meer door de gemeente kan worden verlengd en dat een en ander overigens exact is omschreven in de bij het ontwerp-besluit behorende bepaling" en bedingen. De heer van Tilburg informeert vervolgens of de heer van de Klundert zijn garage in hout of in steen zal optrekken. De voorzitter antwoordt dat hij hier nog geen stukken van heeft gezien maar dat het vermoede- li jk een stenen garage wordt. De heer Mulders merkt neg op dat een en onder geheel duidelijk zal zijn zodra de heer van de Klundert zijn verzoek om een bouwvergunning bij de gemeente ral hobben ingediend. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel tenslotte aangenomen. 14. Beroe p s c h r i ft F1 rm n__Co re s_t e Terh ei jdan te gen weiqerinq bouwvergun ning. De voorzitter merkt vooreerst op het te "r dat een ter zake be langrijke brief niet bij de stukken ter inzage heeft gelegen; deze brief, afkomstig van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen te Tilburg, wordt vervolgens door hem voorgelezen. Spreker merkt vervol-? gens op dat de gemeente met betrekking tot de onderhavige kwestie na drukkelijk geen advies bij de Hoofdingenieur-Directeur van Volkshuis vesting en Bouwnijverheid te s-Hertogenbosch heeft ingewonnen omdat er in casu zeer duidelijk sprake is van strijd met de voorschriften van het Bestemmingsplan "Buitengebied". De heer Mulders, en de heer Bogaarts sluit zich hierbij aan, zegt gaarne in te stemmen met het voorstel van het College in deze omdat verlening van de kwestieuze bouwvergunning straks tot gevolg zou kun nen hebben dat het einde zoek is en tevens omdat de grootste zuinig heid met de ruimte in het buitengebied dient te worden betracht. De voorzitter antwoordt dat het juist niet in eerste instantie gaat om zuinigheid met hot buitengebied, maar expliciet om de naleving van de

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1976 | | pagina 60