- 5 -
Spreker merkt nog op dat hij begrip kan opbrengen voor het feit dat de
heer Ortelee middels dit beroepschrift alle mogelijkheden probeert uit
te buiten, maar dat de gewaagde gok in casu nu eenmaal niet toelaat dat
de heer Ortelee met het sprierinkje dat hij heeft uitgeworpen, een kabel
jauw vermag te vangen; een stelregel, zegt de heer Bogaarts, die in het
bedrijfsleven, in de sport en op tal van andere gebieden geldt. De voor
zitter is het volledig eens met deze visie.
Op verzoek van de heren van der Horst, Mulders en Bogaarts brengt hij
het voorstel om op het beroep afwijzend te beschikken, tenslotte in
stemming. Deze verloopt als volgt:
de heer Bogaarts: vóór; de heer de UJit: vdör; de heer van Tilburg: vödr;
de heer van de Nobelen: tegen; de heer Mulders: tegen; de heer van der
Horst: tegen en de heer Kouters: vóór.
Met een stemmenverhouding van 4 tegen 3 wordt het voorstel aangenomen.
8IHijzioinq qemeentebeqrotino 1976 in verband met overbrenging restant-
kredieten vorioe dienst naar de dienst van 1976 (6e en 7e wijziging
gemeentebegroting 1976.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming worden de twee voorstellen
aangenomen
9Subsidiëring openbaar vervoer (9e wijziging gemeentebegroting 1976)
De voorzitter zegt uiterst verheugd te zijn over het gunstig verloop van
het experiment met de minibusdiensten zegt het onderhavig voorstel
vanwege de belangrijke functie van het openbaar vervoer in alle opzichter,
te ondersteunen. De heer Bogaarts zegt in principe tegen de verhoging van
de subsidie met 25^S te zijn omdat het wegvallen van de voormalige vaste
oeververbinding de weg naar de overzijde van de Mark naar zijn mening
bepaald niet heeft verkort, hetgeen, aldus de heer Bogaarts, uiteraard
kostenverhogend werkt. Verder wijst hij up de discriminatie van de plat
telandsbewoners gezien het feit dat de centrale everhied de tekorten op
het openbaar vervoer van de drie grootste stedpn, dat immers ook een
streekfunc vervult, volledig voor haar rekening neemt, dit in tegen
stelling tot de tekorten op het streekvervoer. Ulaar een goed openbaar
vervwer het woongenot echter aanzienlijk verhoogt, aldus spreker, zal
hij om prac redenen \jC6r het onderhavig voorstel stemmen.
De voorzitter antwoordt dat ook de B.B.A. rijkssubsidie ontvangt, en«dat
bij de vaststelling hiervan gelijke normen worden gehanteerd voor buiten
wijken en het platteland; vorder speelt volgens de voorzitter bij het
onderhavig voorstel het fei^ mee dat de bijdrage; van 1,^-r per persoon
van de centrumgemeenten reeds van jaren her dateert en tenslotte mag ook
de geldontwaarding hierbij niet uit het oog warden verleren. Qe heer
Bogaarts repliceert dat dit laatste geen kwestie is c1- speciaal de
gemeente Standdaarbuiten aangaat, en dat de vergelijk >g met grote steden
zijn inziens niet opgaat. De voorzitter zect het hier jedeeltelijk mee
eens te zijn doch erbij te blijven dat de funcite van de grote steden en
de toeloop van de omgeving met betrekking tot het upenbaar vervoer we^pn-
lijk van andere proportiefis dan in onze regio.
De heer Mulders zegt te vrezen dat de structuur van deze regio, waar
zich immers veel ver uit elkaar liggende kleine gemeenten bevinden, tot
gevolg zal hebben dat er het volgend jaar wederom een verhoging van het
subsidiebedrag nodig zal zijn.
De heer van de IMobelen merkt op dat het openbaar vervoer zakelijk nu een
maal geen rendaf aangelegenheid is en merkt verder op dat althans de
B.B.A. bij haar pogingen om deze regio te bestrijken ernstige steken
- laat -
*s