GEMEENTE STANDDAARBUITEN
d
11/16 maart 1976
Notulen van de openbare vergadering van de Raad der gemeente
Standdaarbuiten op 17 februari 1976 om 19.30 uur ten gemeentehuize van
Standdaarbuiten.
Aanwezig zijn de heren: H.L. van der Horst, A.P. Kouters,
A.M.F.IÏl. lYlulders, D.IY). van de Nobelen,
3. van Tilburg, P.A.H. Bugaarts en
CTh3de UJit.
Voorzitter is de heer P.IYI. Hamel, tevens secretaris.
1Opaninq van de vergadering en aanwijzing van een voorstemmer.
De voorzitter opent de vergadering met het voorgeschreven gebed.
Overeenkomstig artikel 3 van het Reglement van Orde wordt nummer 7
van de presentielijst aangewezen nm bij een eventuele stemming de
cmvraag te beginnen.
2Vaststelling van de notulen van de vergadering van 20 januari 1976.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming worden de ontwerp-notulen
vastgesteld
3Ingekomen stukken.
De voorzitter merkt met betrekking tot de onder nummer 6 genoemde
"Vleeskeuringsverordening voor de gemeente Standdaarbuiten" op dat deze
weliswaar door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd, maar dat er niettemin
aanmerkingen ep zijn geweest; hij zegt toe dat te zijner tijd een voor
stel aan de Raad zal worden gedaan om de Vleeskeuringsverordening aan
de aanmerkingen van Gedeputeerde Staten aan te passen.
De vraag van de heer lïlulders of in alle deelnemende gemeenten nu een
zelfde Vleeskeuringsverordening van kracht is wordt door de voorzitter
in bevestigende zin beantwoord; hij voegt eraan toe dat de betreffende
Commissie omwille van de uniformiteit voornemensis de Vleeskeurings
verordeningen van alle deelnemende gemeenten aan de door Gedeputeerde
Staten gemaakte aanmerkingen aan te laten passen.
lïlet betrekking tot de onder nummer 9 genoemde brief merkt de voorzitter
op dat het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant in een conceptbrief
voorstellen heeft gedaan om tot verdere regionalisatie van de gemeente
lijke gezondheidszorg te komen.
Zonder hoofdelijke stemming worden alle ingekomen stukken tenslotte voor
kennisgeving aangenomen.
ADntwerp-beqrotinq 1976 Openbaar Lichaam Vuilverwerking Roosendaal.
De voorzitter merkt op dat alle gegevens nu duidelijk ter tafel liggon
waardoor in een later stadium wellicht moeilijkheden kunnen worden
voorkomen
Op de vraag van de heer lïlulders hoe men tot de in de stukken genoemde
verrekeningsclausule is gekomen antwoordt de voorzitter dat de afstanR
van de vuilverbrandingsinstallatie tot de kerken van de deelnemende
gemeenten als uitgangspunt wordt genomen voor de berekening van de
bijdrage die de gemeente Roosendaal in de transportkosten zal leveren.
- De -