- 2 -
antwoordt dat deze gemeente voor buitenlands vlees, dat de gemeente
Standdaarbuiten wordt ingevoerd via Roosendaal, geen invoerkeurloon
verschuldigd i3; dit is volgens spreker echter wel het geval met
geimporteerd vlees dat via Breda deze gemeente binnenkomt.
De heer van der Horst merkt op dat hij het ten gevolge van de voor
gestelde en eventueel volgende verhogingen van de keurlonen niet
uitgesloten acht, dat er her en der klandestiene huisslachtingen
gc,an plaatsvinden, dit ondanks de risico's die hier in hygiënisch
opzicht mee gepaard gaan. De voorzitter antwoordt dat er ondanks de
stijgende keurlonen sprake is van steeds meer slachtingen in de ge
meente Standdaarbuiten, maar dat niet te ontkennen valt dat er te
genwoordig een tendens is dat hoe langer hoe meer vlees in abattoirs
gekocht wordt} redenen hiervoor zijn volgens spreker enerzijds de
uitstekende bewaarmethoden waarover de mensen aan huis veelal be
schikken en anderzijds de toenemende wens om eindelijk bevrijd te
zijn van de rompslomp die huisslachtingen met zich mee nlegen te
brengen
De hoer bogaarts vraagt, op welke wijze met betrekking tot de onder
havige zaak controle wordt uitgeoefend. De voorzitter antvroordt dat
die controle tweeledig iss de dieren worden zowel kort vóór als kort
na het slachten aan een keuring onderworpen. Tenslotte, zegt hij,
vindt er een uitvoerig repressief toezicht plaats; in de Kring Roo
sendaal vonden volgens spreker in het afgelopen jaar ongeveer 500
repressieve keuringen plaats. Vervolgens informeert de heer Bogaarts
of er ook deugdelijk toezicht wordt uitgeoefend met betrekking tot
rituele slachtingen. De voorzitter antwoordt dat er wettelijke ont-
h^fi-Hgsmogelijkheden bestaan ten aanzien van slachtingen volgens de
israélitische ritus, en merkt voorts op het uitermate wenselijk te
achten dat cp korte termijn door middel va.n een wetswijziging ook
ontheffingsmogelijkheden ten aanzien van slachtingen volgens de mo
hammedaanse ritus worden gecreëerd. Hij zegt voorts dat er in het
geheel geen kijk bestaat op het aantal klandestiene slachtingen vol
gens de mohammedaanse ritus van dit ogenblik, doch dat het vermoeden
gerechtvaardigd lijkt dat dit laatste meevalt. De grootste zorg in
keuringskringen ten aanzien van dit probleem, aldus de voorzitter
is de kwestie wat men met het afval van de slachtingen doet. De'heer
Bogaarts pleit er in dit verband voor dat er goed-geoutilleerde
plaatsen worden ingericht waar rituele slachtingen kunnen plaatsvin
den; naar zijn mening worden de risico's op hygiënisch gebied ten
gevolge van klandestien slachten dan tot een minimum beperkt.
De heer Mulders merkt vervolgens op dat er momenteel hoe langer hoe
meer vakslagers uit mohammedaanse landen naar Nederland immigreren
hetgeen de hierboven uitgesproken ongerustheid naar zijn mening
enigermate kan wegnemen. De voorzitter antwoordt dat hij persoonlijk
heeft gepleit voor een deugdelijk toezicht in deze.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel tenslotte aangenomen.
6. laststelling van de vergoedingen ingevolge anti kal 101 der Lager
Onderwijswet 1920 voor het laar 1Q7S.
De heer Bogaarts merkt op met de vergoeding in het algemeen te kunnen
instemmen maar dat de post van F. 25,= aan administratiekosten en der
gelijke naar zijn mening een louter theoretisch karakter draagt. De
voorzitter antwoordt, dat hier van inspectiewege op wordt aangedrongen
naar zijn mening behoort er echter door de inspectie bij de centrale
overheid op te worden aangedrongen dat in een post, als bovengenoemd,
van harentwege wordt voorzien. De heer Bogaarts zegt vervolgens dat het
nc-ar ^ijn mening helaas slechts op de weg van de gemeentelijke overheid
ligt om een dergelijke toestand te signaleren en de inspectie hierop te
a en eren, omdat het nu eenmaal niet in het vermogen van een gemeente
0E1 °P dit terrein iets wezenlijks te veranderen. De heer Mulders
- zegt -