Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel tenslotte aangenomen,
waarbij de heer Bogaarts als zijn mening te kennen geeft dat Sint Ni-
colaas wat hem betreft macj rijden. De voorzitter zegt het te betreuren
dat de votering van het onderhavig krediet in een dergelijk daglicht
wordt gesteld.
Aanvullend krediet ontsluiting kom Standdaarbuiten in verband met aan
leg gedeelte provinciale weg Fijnaart - Zundert 2CB wijziging gemeen
tebegroting 1975).
De heer lïlulders zegt dat hij het onderhavig voorstel ten zeerste toe
juicht, vooral omdat hiermee, naast de realisering van een nieuwe ont
sluiting op het aan te leggen tracé van de provinciale weg, bereikt
zal worden dat het zware verkeer buiten de dorpskern om wordt geleid;
de meerkosten van dit project zegt spreker ter bereiking van dit doel
gaarne op de koop toe te nemen.
Ook de heer Bogaarts toont zich verheugd over de projectering van
aansluitwegen vanaf de fïlolendijk op de nieuwe provinciale weg; de
wegen in de dorpskern zullen duor de voorgestelde oplossing minder
intensief worden gebruikt, zegt hij, hetgeen bovendien een stuk minder
onderhoud aan deze wegen zal vergen. Dat dit alles de rust in de kom
van Standdaarbuiten ten goede zal komen behoeft volgens spreker geen
nader betoog. Vervolgens pleit de heer Bogaarts voor het herstellen
van de korte oeververbinding over de (Ylark op de plaats uf in do nabij
heid van de voormalige ophaalbrug.
De voorzitter antwoordt dat deze kwestie zéér waarschijnlijk op de
agenda van de november - vergadering van Provinciale Staten van Noord
- Brabant zal worden geplaatst, en zegt verder het beter te achten
deze kwestie in de rondvraag aan de orde te stellen omdat zij niet di
rect op het onderhavig agendapunt betrekking heeft. De voorzitter
wijst er voorts met nadruk op dat deze zaak een provinciale aangelegen
heid is. Het gaat nu, aldus spreker, om de aftakking van de lïlolendijk
naar de nieuwe provinciale weg, de vervanging van de vier eerder ge
plande aansluitingen op deze weg door slechts één aansluiting en het
belangrijkste effect hiervan op de doorstroming van het verkeer, name
lijk het weren van nagenoeg al het zware verkeer uit de bebouwde kom.
De heer van Tilburg geeft in verband mot de aanleg van voornoemde
provinciale weg als zijn mening te kennen het errp te houden dat de
nieuwe brug over de lïlark aan de gemeente is opgedrongen als onderdeel
van deze weg.
De heer Bogaarts is de mening toegedaan dat zowel de provinciale weg
als de brug zijn opgedrongen aan de gemeente.
De voorzitter en de heer de UJit brengen hier tegon in dat de ligging
van het tracé van de provinciale weg juist zódanig is gekozen, dat de
kern van Standdaarbuiten eindelijk van het massale doorgaande verkeer
wordt verlost.
De heer van de Nobelen sluit zich bij deze visie aan; ook naar zijn
mening is voor de beste oplossing gekozen en hij spreekt gerede twij
fels uit over de vraag of de mening van de meerderheid van de Gemeen
teraad als zodanig overeenkomt met die van de heer Bogaarts.
De opmerking van de heer lïlulders, dat een herstel van de voormalige
brug over de lïlark betekent dat de kern van Standdaarbuiten wederom met
zeer veel doorgaand zwaar verkeer zal werden geconfronteerd, wordt
door de heer Bogaarts bestreden; immers niét een herstel van de voor
malige ophaalbrug staat hem voor ogen, doch een verbinding voer fiet
sers en bromfietsers.
De voorzitter resumeert vervolgens de financiële afwikkeling van de
onderhavige plannen: de aftakking van de lïlolendijk met de aansluiting
hiervan met de te verlengen Timberwolfstraat wordt uitgevoerd door en