GEMEENTE STANDDAARBUITEN
10. Vaststelling bedrag per leerling ex artikel 101 der
Lager Onderwijswet 1920 voor het jaar 1975.
De voorzitter stelt dat de gemeente zich op grond van artikel
12 van de Financiële Verhoudingswet zéér stringent aan de door
de Ministers gestelde normen dient te houden en dat
er, indien enigszins mogelijk, reserves moeten worden gehouden
om niet het risico te lopen dat onvoorziene onderwijsuitgaven
uit de eigen middelen moeten worden bekostigd. De heer van der
Horst vraagt of de kosten voor het schoolzwemmen nog bij de
voorgestelde 246,per leerling komen. Dit wordt door
de voorzitter in bevestigende zin beantwoord; hij zegt dat
naast de genoemde kosten ook nog de vervoerskosten in verband
met het zwemmen, de kosten voor het gymnastiekonderwijs en de
kosten van de brandverzekeringen extravoor rekening van de
gemeente komen. De heer Mulders merkt op het vast te stellen
bedrag per leerling, althans in vergelijking met deze bedragen
ter zake van de scholen in Oudenbosch, alleszins redelijk te
vinden. De heer Bogaarts zegt over de adviezen van de Inspecteur
ter zake, dat hij deze, hoe nuttig zij ook zijn in beginsel,
niet kan volgen; het komt hem voor dat de te hanteren normen aan
een sterke verschuiving onderhevig zijn, óf dat, als dit niet
zo is, de sprong van het gemiddelde bedrag per leerling met
64,ten opzichte van het vorig jaar op rekening van de
inflatie moet worden geschreven. De voorzitter merkt in verband
hiermee op dat het alleszins wenselijk zou zijn om de Inspecteur
een modelbegroting voor te leggen en dat, hoe dit alles ook
moge zijn, althans de onpartijdigheid van de Inspecteur een
goede zaak is. De heer Bogaarts spreekt vervolgens lof uit over
de ontwerp-begroting van de Sint Antoniusschooldie als
bijlage bij de Raadsstukken is gevoegd; hij noemt deze reëel
en doordacht. De voorzitter sluit zich hierbij aan, en zegt
voorts het te betreuren dat de ontwerp-begroting van de
lagere school van Noordhoek op dit moment nog niet is ingediend.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het gemiddelde bedrag per
leerling ad 246,vervolgens vastgesteld.
11Voorschotten op de vergoeding ex artikel 101 der Lager»
Onderwijswet 1920 voor het jaar 1975.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt het ontwerp
besluit vastgesteld.
12. Vaststelling gemeentebegroting 1975.
De voorzitter stelt voorop dat hij de twee hierna volgende
agendapunten gaarne in het licht van deze begrotingsvast
stelling ziet behandeld. Vervolgens merkt hij op, dat het
aantal inwoners van de gemeente per 1 januari 1975 vermoedelijk
2425 zal bedragen en niet, zoals getaxeerd en op de begroting
vermeld, 2465; de centrale overheid zal hier, aldus spreker,
direct van in kennis worden gesteld.
- De -
van Bin
nenlandse
Zaken en
Financiën
11
2000 9-74