GEMEENTE STANDDAARBUITEN 15 OKT. 1371 Notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente Standdaarbuiten op dinsdag 24 september 1974 om 19.30 uur ten gemeentehuize van Standdaarbuiten. Aanwezig zijn de heren: A.P. Kouters, H.L. van der Horst, A.ltl.FIH Mulders, D.lïl. van de Nobelen, 0. van Tilburg, P.A.H, Bogaarts en C. Th 0. de Uiit Voorzitter is de heer P.lïl. Hamel, tevens secretaris. 1Opening van de vergadering en aanwijzing van een voorstemmer. De voorzitter opent de vergadering met het voorgeschreven gebed. Overeen komstig artikel 3 van het Reglement van Orde wordt nummer 4 van de presentie lijst aangewezen om bij eventuele stemming de omvraag te beginnen. 2Vaststelling van de notulen van de vergadering van 28 augustus en 3 september 1974. Zonder discussie of hoofdelijke stemming worden de ontwerp-notulen vastgesteld 3Ingekomen stukken De voorzitter zegt dat de op de lijst vermelde stukken, genoemd onder 15 en 16, worden aangehouden tot de begrotingsbehandeling. Zonder discussie of hoofdelijke stemming worden alle op de lijst vermelde stukken voor kennisgeving aangenomen. 4Vaststelling heffingspercentages onroerendgoed-belastingen alsmede belastingmaatregelen 1975. De heer van der Horst vraagt of de eigenaren van bedrijfsgebouwen hier ook belasting over moeten betalen. De voorzitter bevestigt dit, eraan toe voegend dat met betrekking tot deze gebouwen geen personele belasting wordt geheven. In dit verband wijst hij voorts op de hogere van gemeentewege te heffen opcenten voor de personele belasting; dit komt, zegt hij, omdat tijdens uitgaan van de aanslagbiljetten nog geen rekening is gehouden met de laatste vaststelling van de opcenten. diet betrekking tot de rioolbelasting merkt spreker voorts op dat voorgesteld wordt deze als zodanig op te heffen en het terzake geldende bedrag, dat geheven zal worden van de aangeslotenen, te incorporeren in de onroerengoed- belastingen; hij twijfelt er niet aan dat deze incorporatie van voormalige belastingtarieven in de onroerendgoed-belastingen interne verschuivingen met zich mee zullen brengen; dit neemt echter niet weg, zegt spreker tenslotte, dat de totale belastingdruk komend jaar 15 mille lager ligt dan dit jaar. De heer de Ulit vindt het uitgewerkte voorbeeld bij de stukken niet representatief? meestal zullen gebruikers zwaarder worden belast dan de eigenaar, doch het omgekeerde kan eveneens het geval zijn naar zijn mening. De heer Bogaarts merkt op het onredelijk te vinden dat voor bepaalde voorzieningen extra moet worden betaald. De voorzitter wijt dit aan de splitsing tussen rioolbelasting en rioolrechten. Dit met name vindt de heer Bogaarts een onbevredigende gang zan zaken, omdat bewoners van panden die niet zijn aangesloten op de riolering, hier toch belasting voor moeten betalen; hij vraagt of iets aan deze onredelijkheid kan worden gedaan. De voorzitter vergelijkt dit alles met de toestand zoals deze vroeger gold bij de hantering van de criteria van licht, verharding en trottoir inzake de straatbelasting. Er is door de gedetailleerde verschillen in voorzieningen nu eenmaal niet aan een zekere mate van unificering te -ontkomen-

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1974 | | pagina 36