-3- aan de wethouder die bij de eerstvolgende vergadering van het College van burgemeester en wethouders tot eerste wethouder zal worden aangewezen, en als plaatsvervangend lid de andere wethouder. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt aldus be sloten 5Benoeming lid en plaatsvervangend lid Gemeenschappelijke Re geling Vuilverwerking Roosendaal. De voorzitter pleit ook hier voor voortzetting van de tra ditie die tijdens de vorige zittingsperiode gold. Als lid fungeerde toen de voorzitter van de Raad en als plaatsvervan gend lid de eerste wethouder; deze laatste zal, aldus spreker, in de eerstvolgende vergadering van het College van burgemees ter en wethouders worden aangewezen. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 6Benoeming leden commissie ad hoe ter voorbereiding van een nieuwe Algemene Politieverordening. De voorzitter_vraagt de leden van de Raad of dezen de 3 commissieleden/willen benoemen. Niemand spreekt hier zijn elke fractie, voorkeur voor uit. De voorzitter vraagt vervolgens aan de door middel heren van de Nobelen, van der Horst en Bogaarts of zij bereid zijn in de commissie zitting te nemen. De twee eerstgenoemden stemmen hier direct mee in; laatstgenoemde, zij het na enige aarzeling wegens drukke werkzaamheden, eveneens. De commissie ad hoe heeft hiermee haar beslag gekregen. één uit van stemming 7Rondvraag. Nieuwe politiepost De heer Bogaarts vraagt of, en zo ja waar en wanneer de nieuwe politiepost zal worden gerealiseerd. De voorzitter antwoordt dat de grond hiervoor reeds verkocht en de koopsom betaald is; voorts zegt hij dat de Rijksgebouwendienst op dit moment niets kan uitrichten wegens de bezuinigingsmaatregelen van overheidswege. Verder zegt hij dat het vorige college van burgemeester en wethouders het ontwerp-bouwplan van de politie post minimaal vond; een afgevaardigde van de Rijksgebouwendienst zal hiertoe binnenkort met een architect een bezoek brengen aan deze gemeente. Spreker zegt voorts dat van de zijde van de politie gewag is gemaakt van een eventueel verband tussen de bouw van de nieuwe politiepost en de op handen zijnde gemeen telijke herindeling; men twijfelt er aan of de bouw daarom doorgang zal vinden. De voorzitter zegt het helemaal niet eens te zijn met deze opvatting; er zal voor het dorp Standdaarbuitenzelfstandig of niet, altijd behoefte blijven aan een politiepost; het is immers, aldus spreker, absolute noodzaak dat de nieuw te benoemen postcommandant een bureau-ruimte heeft, omdat het onwenselijk is dat deze een gedeelte van zijn woning zou moeten afstaan ten behoeve van het afnemen van verhoren en het op maken van processen-verbaal. - In -

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1974 | | pagina 34