-2-
5Machtigingsbesluit kasgeldleningen periode 1 .juli 1974—
30 .juni 1975.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten de machtiging te verlenen.
6Deelneming in de "Stichting jeugdtandverzorging West-Brabant,
Tholen en St.Philipsland"
Omdat nagelaten is de statutenwijziging van de Stichting nota
rieel te verlijden is de beslissing omtrent de deelneming door
deze gemeente door het College van Gedeputeerde Staten verdaagd.
Daarom stelt genoemd College voor om het oude hieromtrent genomen
besluit in te trekken en alsnog een nieuw besluit te nemen.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel
besloten het op 12 februari 1974 genomen besluit in te trekken en
alsnog te besluiten tot deelneming in de Stichting.
7Aardgasvoorziening Molendijk e.o. (18e wijziging gemeentebegro
ting 1974) en vaststelling verordening baatbelasting aardgas^
voorziening Molendijk e.o.
De voorzitter zegt dat de onderhavige kwestie op gang is gekomen
als reactie van de betrokken bewoners op de oliecrisis; hoewel er
incidenteel misschien nog bezwaren leven, zegt hij, zullen in de
toekomst alle betrokkenen blij zijn met de aansluiting op het aard-
gasnet. Omdat,aldus spreker, niet alle percelen in gelijke mate
gebaat zijn, wordt het billijk geacht om de belasting te berekenen
naar de belastbare opbrengst van de gebouwde eigendommen, zoals
aangegeven in de kadastrale leggers. Wat betreft de prijs van het
aardgas zegt de voorzitter ervan overtuigd te zijn dat deze zal
oplopen, doch zeker niet in de mate waarin de olieprijs zal stijgen.
De heer Mulders merkt op dat 50$ van de bewoners huiverig tegen
over de belastingverordening staat; hij vindt het naar dat deze
wegens de grootte van hun bebouwde oppervlakte zo hoog worden aan
geslagen
De voorzitter zegt het acceptabel te vinden dat er een baatbelas
ting wordt geheven als het gaat om zaken als electriciteiteen
slootdemping en aardgasvoorziening, in tegenstelling tot bijvoor
beeld een voorziening als waterleiding, waarvoor hij dit onwense-
lijkacht; als criterium tussen het wél en niet heffen van baatbe
lasting hanteert de voorzitter gaarne het feit of de volksgezond
heid er respectievelijk niét Öf wél bij betrokken is; spreker
merkt vervolgens op dat de betrokkenen bij het betalen van de
baatbelasting ook de grote besparing ten opzichte van de kosten
voor olie voor ogen moeten houden die een gevolg zal zijn van de
aardgasvoorziening. Tenslotte zegt spreker dat ook de handels
waarde van de gebouwde eigendommen door de aardgasvoorziening
wordt vergroot, en dat het bedrag van de baatbelasting er in 1
jaar uit te halen is in vergelijking met de kosten bij oliever
warming. Het onderhavige plan is, aldus spreker, tot in détails
met de betrokken bewoners doorgenomen en de bedragen die hier
nu ter tafel komen zijn zelfs lager dan de destijds besproken
bedragen
De heer Mulders werpt vervolgens op dat de bewoners van de
Molendijk e.o. geen trottoirs en fietspaden hebben, en dat hij
-het-