Met inachtneming van bovengenoemde wijzigingen worden de ontwerp
notulen zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
De heer Mulders spreekt vervolgens zijn verwondering uit over het
feit dat de leden van de ad-hoc commissie (waarvan sprake is op
pagina 5 van de notulen van 6 november 1973) geen afschrift hebben
ontvangen van het door de voorzitter uit te werken bezwaarschrift
van de door genoemde commissie op papier gezette-en gerubriceerde
bezwaren tegen de mogelijke verwijdering van de baileybrug.
De voorzitter antwoordt dat het door de commissie gemaakte ontwerp
woordelijk is verzonden. Hij heeft in deze het zekere voor het on
zekere genomen, omdat tegen ombouwen bezwaren bleken. Tenslotte
was er ook door diverse omstandigheden (o.a. de begrafenis van
wijlen burgemeester Pop van Dinteloord) tijdnood ontstaan; hier
door zou het onder meer onmogelijk zijn geweest het omgebouwd ver
slag naar de commissieleden terug te zenden ter contröle.
3Ingekomen stukken.
De heer Mulders vraagt of hij een fotocopie kan krijgen van de
in punt 14 genoemde brief van het Overlegorgaan van de centrale
Ondernemersorganisatie in het Midden- en Kleinbedrijf (betreffende
nota solitaire vestigingen).
De voorzitter antwoordt dat het de voorkeur verdient dat de heer
Mulders - als lid van de Ondernemersorganisatie - zelf rechtstreeks
een afschrift vraagt bij het Ondernemersverbond omdat dit tijd- en
geldbesparend is voor de gemeente.
Zonder hoofdelijke stemming worden vervolgens alle op de lijst ver
melde stukken voor kennisgeving aangenomen.
4. Vaststelling van het bedrag van het krediet in rekening-courant
voor 19741
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voor
stel besloten.
5Uitbreiding van het aantal uren vakonderwijs ex. artikel 101bis
der Lager-Onderwijswet 1920.
De heer Bogaarts merkt op het voorstel in grote lijnen te kunnen
volgen; hij constateert dat de kracht voor het vakonderwijs in het
vak k uit eigen middelen betaald wordt. De voorzitter stelt dat
naast het bedrag per leerling nog eens 73,- per leerling betaald
worden. Alles bij een is dit hoog genoeg.
Temeer is hij deze mening toegedaan omdat ook de Inspecteur middels
een goed gemotiveerde overweging tot dezelfde conclusie komt. Deze
beveelt, in plaats van uitbreiding van 2 naar 5 uren vakonderwijs
in het vak k en aanstelling van een vakleerkracht, aan om in de
gewenste behoefte te voorzien door middel van applicatiecursussen.
De heer van der Horst vraagt waarom er nog pogingen gedaan worden
door het schoolbestuur om via de Inspecteur het een en ander te
bereiken daar genoegzaam bekend is dat deze zich bij voorbaat tegen
elk voorstel verklaart.
De voorzitter antwoordt dat dit niet juist gesteld is; n&dat hem
om advies gevraagd vjordt doet deze pas navraag en is dan pas van
de gang van zaken op de hoogte.
Hierna wordt het door het schoolbestuur ingediende verzoek zonder
hoofdelijke stemming afgewezen.