doch richting Hoeven; zodoende is voor de middenstand van Stand-
daarbuiten geen klandizie op te bouwen. De kwestie van het omrijden
moet volgens spreker ook al niet licht worden opgevat; bij
slechte weersomstandigheden is dit voor het langzame verkeer geen
pretje. Voor scholieren vindt hij de nieuwe provinciale weg levens
gevaarlijk door zijn gelijkvloerse kruisingen, en, door het feit
dat hij afgelegen ligtallerminst aantrekkelijk voor eenzame fiet
sers. In dit verband berouwt het hem niet dat hij geen schoolgaan
de dochters heeft. Ziekenhuis-bezoekers zullen eveneens voor
moeilijkheden komen te staan, evenals bejaarden; het feit dat er
tot nu toe zo weinig gebruik is gemaakt door bejaarden van het
gratis gemeentelijk taxi-aanbod, wijt de heer Bogaarts aan een
gebrekkige voorlichting in deze.
Na de annexatie van Standdaarbuiten door Oudenbosch zal alles er
niet op vooruitgaan volgens spreker omdat de bestuurskern dan
slecht bereikbaar isZeer kwalijk vindt hij het toegeven door
hogerhand aan de eisen van Hunter-Douglas. De heer Bogaarts is
•verder pessimistisch over de verbinding van de nieuwe brug met
Oudenbosch, omdat er plannen bestaan om de Bornhemweg te verbeteren;
ook daar is evenwel niet veel heil van te verwachten omdat het ver
keer in een fuik belandt in Oudenbosch. De brug is prachtig, stelt
hij ten slotte, doch het woon- en verkeersgenot belabberd. Nog
maals spreekt hij zich uit voor een verbinding in het verlengde van
de Havenstraat, beklemtonend dat hij de huidige nieuwe brug niet
als definitieve remplasant wil zien.
De voorzitter antwoordt dat de Timberwolfstraat er door een extra
rijbaan tussen de bomen niet op achteruit zal gaan. Met betrekking
tot de verkeerssituatie aan de overzijde van de brug stelt de heer
Bogaarts dat er in feite 3 wegen naar Oudentoosch leiden, de Born
hemweg, de Havendijk en de Standdaarbuitense dijk; wanneer het ver-
y keersaanbod daarover verdeeld wordt zullen daar geen moeilijkheden
Voorzit—rijzen. De/ bestrijdt tenslotte de drukte die door de nieuwe
ter verkeerssituatie in de Hoogstraat ontstaan zal; hij stelt
dat deze door de nieuwe provinciale weg zal meevallen
en dat de belangrijkste obstakels aldaar, de erwtenstrowagens,
niet langer dan 5 weken hinder zullen veroorzaken per jaar.
Vervolgens vraagt de heer Bogaarts waar het tractorverkeer zal
moeten rijden als de nieuwe provinciale weg klaar is; omdat deze
weg een autoweg zal zijn zullen tractoren naar de parallelweg worden
verwezen, wat allerminst een oplossing is bij de geplande breedte
van de parallelweg. De voorzitter antwoordt dat er wat betreft de
verbinding nieuwe brug-Oudenbosch geen pessimisme hoeft te heersen.
Door Hunter-Douglas is bedongen dat die aansluiting zo snel mogelijk
gerealiseerd moet zijn. Verder geschiedt de uitbouw van Oudenbosch
in de richting van de nieuwe weg, dus richting Standdaarbuiten
zodat de niéuw te plannen weg in een bebouwde kern komt te liggen.
Ook volgens de voorzitter is de verkeerstoestand in de kom van
Oudenbosch abominabel.
De heer Bogaarts spreekt verder de vrees uit dat de nieuwe weg
meer in de richting van Etten-Leur zal komen te liggen dan richting
Oudenbosch zodat we er wat dat betreft niet op vooruitgaan.
-De-