10Wijziging besluit tot overdracht van de bevoegdheid tot verlening van garanties ingevolge de UJet Bezitsvorminqsfonds Op de vraag van de heer Bogaarts wat het nut is van de wijziging van het raadsbesluit van 17 april 1973 deelt dë voorzitter mede dat deze er alleen toe strekt om up to date geïnformeerd te blijven. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 11Beantwoording brief van Gedeputeerde Staten, houdende een nota van aan merkingen n.a.v. het onderzoek v.d. begroting van het dienstjaar 1973, alsmede vaststelling van de 29e wijziging van de gemeentebegroting 1973. De voorzitter begint met erop te wijzen dat "achterstallige inkomsten" op pagina 1 van het antwoord op genoemde brief, 6e regel van onder, moet zijn: "achterstallige uitgaven". Positief noemt de voorzitter het feit dat in de naaste toekomst de omslag zuiveringsheffing rechtstreeks door het Waterschap West-Brabant aan de in woners van deze gemeente in plaats van aan de gemeente als zodanig zal worden opgelegd. Hiertoe zal de zuiveringsinstallatie aan het Waterschap West-Brabant moeten worden overgedragen. Deze hele gang van zaken zal het aangename ge volg met zich meebrengen dat een post van 8.500,- van de begroting wordt afgevoerd De voorzitter toont zich verheugd over de opbrengst van de tennisbaan, vooral als deze bezien wordt in het licht van haar aanlegkosten (resp. 1.700,- en 32.000,-). Hij noemt dit een positief verschijnsel in vergelijking met menige andere gemeente. Vervolgens wijst de voorzitter op de gunstige verhouding van het reëele subsidiebedrag voor de bibliotheek en de post hiervoor op de primitieve begroting (resp. 18.210,- en 28.869,-)_. Door laatstgenoemde gunstige ontwikkeling is het tekort, volgens de voorzitter, op de primitieve begroting met 48.605,- teruggebracht tot 84.541,90; hij spreekt er zijn vertrouwen over uit dat Gedeputeerde Staten niet veel moeite zullen hebben met de goed keuring van dit bedrag. De heer van Vlimmeren spreekt vervolgens zijn bezorgdheid uit over de acties tegen de rioolzuiveringsheffing en tegen de verzameling van aanslagbiljetten_ voor deze heffing bij bepaalde personen, zoals dit in Breda geschiedt. Hij stelt dat wanbetalers uiteindelijk via de gebruikelijke methode aan het kortste eind zullen trekken omdat het Waterschap met de geëigende middelen hiervoor is toegerust; vervólgens roert hij de kwestie aan van de wanbetalers in deze gemeente. De heer van der Horst toont bedenkingen tegen de methode van zuiverings heffing; de heer de Wit zegt dat de verwarring mede hieraan te wijten is dat in eenzelfde jaar (1973) voor twee opeenvolgende jaren geheven wordt. De heer Mulders vindt het onlogisch dat een particulier met veel machines en apparaten in beginsel minder heffing moet betalen dan iemand die een be drijf theeft (zoals hij zelf)de heer de Wit antwoordt dat dit laatste zijn oorzaak vindt in de inschrijving van de heer Mulders bij de Kamer van Koop handel De heer Bogaarts zegt dat hij principieel vaak met bovengenoemde actiegroepen mee kan gaan: burgers worden immers vaak gedwohgen tot het gebruik van vuil- verwekkende producten van veel fabrieken. De voorzitter antwoordt dat dit menigmaal een kwestie is van de weg van de minste weerstand. Tenslotte spreekt hij met betrekking tot de rioolzuiverings heffing nogmaals zijn voorkeur uit voor de meer directe methode van heffing door het Waterschap. Met de ontwerp-brief en het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming akkoord gegaan. - 12. -

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1973 | | pagina 39