7.Vaststelling van een "Verordening studiefaciliteiten". In deze nieuwe "Verordening studiefaciliteiten" wordt, aldus de voorzitter, conform het advies van de Nederlandse Bond van Gemeente ambtenaren, artikel 3 lid 3 van de tot nu toe geldende verordening als overgangsrecht opgenomen. Dit geschiedt in een nieuw artikel 12. De strekking hiervan is dat ambtenaren die op 1 augustus 1973 in dienst van de gemeente Standdaarbuiten zijn, ten aanzien Tan de in dat arti kel genoemde aanvullende diploma-uitkering, niet benadeeld mogen worden ten opzichte van hen die pas na 1 augustus onder de regeling vallen. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten 8.Garantie geldlening voetbalvereniging Noordhoek voor de aanleg van een veldverlichting op het voetbalterrein Noordhoek. De voorzitter zegt dat de Voetbalclub Noordhoek, die zelf een geld lening van 7.500,- wil aangaan voor de aan te leggen veldverlichting /aflos- de gemeente om garantie vraagt voor de rente', èni van dat bedrag, sing A Op de vraag van de heer Bogaarts wat voor soort verlichting dit is, antwoordt de voorzitter dat dit nagenoeg dezelfde is als die de voetbalclub Standdaarbuiten heeft; het enige verschil is volgens hem dat de palen van de installatie van Noordhoek knikbaar zijn en die van de installatie van Standdaarbuiten niet. De heer Bogaarts vraagt voorts of we hier niet te doen hebben met minderwaardig materiaal, gezien de lage prijs. /Hierin De voorzitter stelt hem echter/gerust door te zeggen dat de lage prijs vooral te danken is aan het feit dat de leden van de voetbalclub een belangrijke bijdrage leveren aan de bouw van de installatie. Hier mede betuigt de heer Bogaarts zijn instemming. De heer Mulders is echter nog niet op alle punten gerust gestéld; hij informeert of de installatie door het enorme prijsverschil met die van Standdaarhuiten wel aan alle eisen voldoet, en met name vraagt hij of het slijtageproces bij de installatie van Noordhoek door de schar- nierbare elementen niet ernstiger is dan bij de installatie van 9 Standdaarbuiten, die geen scharnierbare elementen heeft. De voorzitter antwoordt hierop dat de bewuste scharnieren kunnen wor den geblokkeerd, en voorts dat de PNEM ook een bepaald toezicht op de installatie houdt. Het gaat volgens hem om een geheel nieuwe in stallatie die via een bevriende relatie verkregen wordt. De heer van Tilburg juicht dit toe, doch plaatst hier de opmerking achteraan dat de gemeente Standdaarbuiten, die destijds ruim drie maal zoveel betaalde voor de installatie, dan toch wel in de boot genomen zal zijn. De voorzitter bestrijdt dit door te stellen dat de gemeentehui? v Standdaarbuiten indertijd met een respectabele firma in zee is gegaan. De heer van Vlimmeren merkt terecht op dat het grote prijsverschil niet gezocht moet worden in een kwaliteitsverschil van de installaties, - maar -

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1973 | | pagina 32