GEMEENTE STANDDAARBUITEN Notulen van de openbare vergadering van de Raad der gemeente Standdaarbuiten op donderdag 9 november 1972, des voormiddags om 8.30 ten gemeentehuize van Standdaarbuiten. Aanwezig zijn de heren: H.L. van der Horst, C.Th.3. de UJit, C.J. Kouters, R.3.C. van Vlimmeren, 3. van Tilburg en A MF M Mulders. Voorzitter is de heer: P.lïl. Hamel, tevens secretaris. Afwezig is de heer P.A.H. Bogaarts, met berifcht van verhindering. 1Opening en aanwijzing van een voorstemmer. De voorzitter opent de vergadering met het voorgeschreven gebed. Overeenkomstig artikel 3 van het Reglement van Orde wordt no. 1 van de presentielijst aangewezen om bij eventuele stemming de omvraag te beginnen. 2Vaststelling van de notulen van de vergadering van 26 september 1972. De ontwerp-notulen worden zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld 3Ingekomen stukken. De heer van Vlimmeren vraagt, hoe de stand van zaken is m.b.t. het besluit tot grondverkoop aan de heer Kokke, welk besluit door de Raad is genomen in de voorlaatste vergadering. De voorzitter zegt aan te nemen, dat dit besluit de goedkeuring van Gedeputeerde Staten zal verkrijgen. Met uitzondering van het jaarverslag over 1971 van de Nederlandsche Hartstichting, welk verslag behoort bij de subsidie-aanvraag voor 1973, worden alle op de lijst vermelde stukken voor kennisgeving aangenomen. 4Verhoging van diverse belastingen, alsmede vaststelling van een nieuwe verordening op de rioolbelasting en rioolrechten. De voorzitter zet uiteen, dat, tengevolge van het feit, dat onze gemeente ook in 1973 een z.g. "artikel 12-gemeente" zal zijn, de eigen belastingen van onze gemeente zullen moeten worden opgevoerd tot de minimum-normen, door de Minister van Binnenlandse Zaken voor 1973 gesteld. De voorzitter zegt voorts, dat tevens nieuwe verordeningen dienen-te worden vastgesteld voor de rioolbelasting en de rioolrechten, aangezien aan de thans geldende verordeningen koninklijke goedkeuring is verleend tot 1 januari 1973. De heer Mulders vraagt naar de verhouding tussen de reinigingsrechten, die in Standdaarbuiten worden geheven en die, welke in de omliggende gemeenten worden geheven. De voorzitter zegt, dat, mede in verband met de gemeenschappelijke regeling vuilverbranding in de regio Roosendaal, men zoveel mogelijk probeert te streven naar gelijke reinigingsrechten in de deelnemende gemeenten. Op de vraag van de heer Mulders, of bij de heffing van straat- en wegenbelasting rekening wordt gehouden met de voorzieningen aan de desbetreffende weg, zoals verharding, verlichting en trottoir, ant woordt de voorzitter, dat zulks inderdaad het geval is en verwijst verder naar de bij de stukken gevoegde 2e wijziging van de betreffende verordening De heer van der Horst meent, dat, gezien de minder florisante financiële - positie - J 2000 9-72

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1972 | | pagina 36