GEMEENTE STANDDAARBUITEN
II 29-12-1971
Notulen van de openbare vergadering van de Reed der gemeente
Stenddaarbuitan op donderdag 21 oktober 1971 om 1900 uur ten
gemeentehuize.
Aanwezig zijn de herenCTh3de Slit, C3Kouters,
R.3.C. van Vlimmeren, A.ffl.F-.fó. Mulders, P.A.H. Boogaarts, 3. van Tilburg
sn H.L. van der Horst,
Voorzitter is de heer P .ff!Hamei, tevens secretarie
1Opening en aanwijzlnq van «en voorstemmer.
De voorzitter opent de vergadering met het voorgeschreven gebed.
Overeenkomstig artikel 3 van het Reglement van Orde wordt nr. 6 van
de presentie-lijst aagewezen om bij eventuele stemming de omvraag te
beginnen.
2Vaststelling notulen dar vergadering van 7 september 1971.
De ontwerp-r.otulen worden, nadat da heer Van Vlirameran opmerkt dat
voor "nieuwe schooi" in regel 19 op bladzijde 2 wellicht moet worden
gelezen "oude school", hetgeen juist Is, zonder hoofdelijks stemming
goedgekeurd.
3. Ingekomen stukken.
Voorgesteld wordt de stukken voor kennisgeving aan te nemen.
Hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
ABeSdiging van de heer 3A .ffl. Heretjqsrs als waarnemend gemeente-ontvanger.
De voorzitter zegt, dat op grond van artikel 1 van rie Instructie
Gemeente-Ontvanger de heer Hereijgers is aangewezen als vervanger van
de gemeente-ontvanger.
Op grond van art. 712e lid en art. 115, 1e lid van de gemeentewet
worden respectievelijk de zuiverings- en ambtseed afgelegd.
In dit verband maakt de voorzitter de opmerking dat aan het verificatie-
bureau is gevraagd de rekening van het dienstjaar 1969 te maken; de
extra-koeten die het bureau i.v.m. deze werkzaamheden in rekening zsl
moeten brengen, zullen 2.000,— bedragen.
De voorzitter wijst erop dat de ontwerp-rekening 1969 moet worden
ingediend voor 1 januari 1972, zulks i.v.m, de uitkering gemeente
fonds 1972.
De voorzitter vraagt of de Raad haar goedkeuring kan hechten aan
voormelde regeling terwijl de betreffende begrotingswijziging
achteraf zal worden aangeboden.
Hiertoe besluit de Raad zonder hoofdelijke stemming.
5. Benoeming van een ambtenaar van de burgerlijke stand.
Door burgemeester en wethouders is aan da Raad het voorstel gedaan
om da heer C.Th.3. de Üfit te benoemen tot ambtenaar van de burgar-
lijke stand.
De heer Bogaarts vraagt of er niet beter een overgangsperiode kan
worden gehanteerd i.v.m. een eventueel te volgen spoedcursus
Ambtenaar van de Burgerlijke Stand.
De voorzitter zet de moeilijkheden uiteen waaruit deze noodoplossing
werd geboren.
De hear l/an yiimmeren vraagt of' er geen ambtenaren op de secretarie
voorhanden zijn die deze functie kunnen uitoefenen.
De voorzitter antwoordt, dat slechts de nieuw-gekomen embtenaren daar
voor in aanmerking zouden komen, doch dat de betreffende ambtenaren
nog te zeer in beslag worden genomen door hun öigen werkzaamheden,
daar zij nog in hun inwerkingsperiode zijn.
- door -