GEMEENTE STANDDAARBUITEN
Notulen van de openbare vergadering van de Raad der ge
meente Standdaarbuiten op donderdag 2'o mei 1970, om 19
uur ten gemeentehuize.
Aanwezig zijn de heren Th. Kromdijk, C.J.Koutere, P.A.H.
Bogaarts, C.Sitters, C.Th.J. de Wit en H.L. van der Horst.
Afwezig met kennisgeving is de heer R.J.C. van Vlimmeren.
Voorzitter is de heer P.M.Hamel, tevens secretaris.
1Opening en aanwijzing van een voorstemmeg.
Be voorzitter cpent de vergadering met het voorgeschre
ven gebed. Overeenkomstig artikel 3 van het Reglement van
Orde, wordt nr. 5 van de presentielijst aangewezen om bij
eventuele stemming de omvraag te beginnen.
De voorzitter deelt mede, dat de hser van Vlimmeren wegens
opname in het zielcenhuis verhinderd is deze vergadering bij
te wonen. Hij meent uit aller naam te spreken als hij de
heer van Vlimmeren een voorspoedig herstel toewenst.
2. Vaststelling van de notulen der vergadering van 26 maart
1970.
De ontwerp-notulen worden zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld
3Ingekomen stukken.
De voorzitter zegt dat de leden onder de ingekomen stuk
ken interessante dingen hebben gezien, zo o.a. de ''niet-ro-
ken-aktie:'met het verzoek tijdens de raadsvergaderingen
geen rookwaar beschikbaar te stellen. Hij meent hieraan nog
maar geen gevolg te moeten geven.
Het college stelt voor de stukken 1 t/m 11 voor kennisgeving
aan te nemen en die sub 12 aan te houden tot da behandeling
der begroting 1971.
De heer Bogaarts heeft een ingekomen stuk aangetroffen
omtrent de toepassing van de Algeoiene bijstandswet bij opna
me van gehandicapte kinderen in een niet erkende inrichting
en waarbij op de ouders verhaal der kosten plaats heeft. Hij
vraagt of dit ter plaatse voorkomt.
De voorzitter meent niet, dat er kinderen uit deze gemeente
in een niet erkende inrichting zijn opgenomen. Hij vindt het
verhaal op de ouders nietieël en zegt dat met deze zaak re
kening gehouden zal worden, mocht het onverhoopt voorkomen.
Hierop wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voor
stel besloten.
4Voorstel van burgemeester en wethouders tot intrekking
van de voor het Pastoor Coolanplein getroffen verkeers
maatregel.
De voorzitter zegt dat de oorzaken, welke tot het ne
men van de onderhavige verkeersmaatregel hebben geleid,
verdwenen zijn. Het college stelt voor de eertijds voor het
Pastoor Coolenplein getroffen verkeersmaatregel in te trek-