-7- De keuze van de plaats (de Keene) vindt hmj ongelukkig en zag dit liever langs de rand van de Mark, wat praktisch dezelfde voordelen geeft, vrij nauwkeurig omlijnd is en met in de toe komst een schone Mark met alle mogelijke recreatie-ontwikkeling kan hebben; een voordeel dus direct en in de verre toekomst voor Standdaarbuiten. Bij het Keenegebied ziet hij nadeel in het samen tot ontwikkeling brengen en Vxaagt zich af, wat die ont wikkeling gaat kosten. Be voorzitter vreest dat de heer Bogaarts twee dingen door elkaar haalt. Er is een streekplan voor Noord-Brabant en een facet-groenplan. Het groenplan geeft aan de oevers van de Mark landschappelijke betekenis; er zal als regel niet gebouwd mogen worden op die strook. Het streekplan kent langs de Keene een indicatief groengebied., waarvan de bestemming nog te weinig bekend is; wel heeft men er een bepaalde gedachte over. Men heeft het Keenegebied genomen, omdat het een betrekkelijk smal gebied is, ideaal ligt tussen 4 dorpen en bovendien aan sluit op groengordel industriegebied Moerdijk. Be voorzitter heeft geen angst voor het gezamenlijk ten uitvoerleggen van dit plan. Het komt hem het meest eenvoudig voor dat met het oog op de ruilverkaveling, die voor dit gebied gaat komen - het Keenegebied als groenstrook wordt opgenomen. Het is een uitkomst als Staatsbosbeheer zelf de aanleg gaat doen met mogelijk oprichting van een recreatieschap of bosschap waarin de gemeenten vertegenwoordigd zijn, dus een nieuw lfBchaam creëert dat speciaal met de zorg hiervoor belast is. Wat de keus van de plaats betreft, merkt de voorzitter op, dat door het nemen van zand/klei uit dit gebied er een waterplas ontstaat, waarmede men iets doen kan. Verder is er een hele hoop mogelijkheden die men kan uitbuiten. Gedacht wordt aan bomen (andere dan de hier voorkomende soorten), een kinderboerderij met pmnnies en wat speelveldjes. Als het zou lukken dit in het kader van de ruilverkaveling opge nomen te zien, dan betekent dit een grote stap naderbij. Be heer Bogaarts zegt wat de plaats betreft nu wel overtuigd te zijn. Hij vraagt vervolgens naar de verbinding Br. Poelsstraat- Viadukt, de verbinding Timberwolfstraat-Provinciale weg en het verdwijnen van de brug over de Mark, wat naar zijn mening nog wel niet gebeurd is, maar bij hem de vraag oproept of de gemeente eventueel voor de kosten van een nieuwe verbindingsweg komt te staan. Be voorzitter zegt dat de brug over de Mark een laatste obstakel in de rivier de Mark betekent. Bie brug is van Rijks waterstaat en het is de bedoeling dat deze brug echt wel verdwijnt. Er moet beslist iets anders komen, daar is zowel door Standdaar- buiten als Oudenbosch op aangedrongen, gezien het aantal school kinderen, brommers, enz. dat daar gebruik van maakt. Met Ir.Hamers is destijds de afspraak gemaakt, lang vóórdat iets omtrent de gemeentelijke herindeling bekend was over de kosten van de nieuwe aansluitingen. Y/ie die voetbrug zal gaan betalen is niet bekend. U kunt er verzekerd van zijn dat we op ons qui vive zullen zijn, zonder dat we die brug ten laste van onze begroting krijgen; of het lukken zal is de vraag. Be voorzitter zegt binnenkort over deze zaak een onderhoud te hebben met de nieuwe hoofdingenieur van de provinciale water- s taat Be heer Bogaarts merkt op dat de nieuwe provinciale weg een snel-weg is en vraagt of er al iets bekend is omtrent de juiste plaats en ligging en over de aansluitmogelijkheden. Be voorzitter zegt dat één ding vaststaat, n.l. de kruising met de rijksweg 17 en is van gedachte dat de plaats van de brug al wel positief is.

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1969 | | pagina 54