-5- Uitaavenpost 372 Bijstand aan niet in inrichtingen verblijvende personen en Uitgavenpost .380 Tijdelijke Rijksgroepsregeling Mxndervaliden. Be heer Sitters is van mening dat terzake van de daarbij overgelegde lijsuen niet gehandeld is overeenkomstig de bedoeling, zoals deze bij behandeling van de begroting 1969 naar voren is gebracht. Be voorzitter zegt dat destijds terecht de bemerking is gemaakt dat voor bepaalde mensen in de toelichting tot de be groting, die openbaar is, namen zijn genoemd. Baarbij is de wens naar voren gekomen dat toch maar op afzonderlijke lijsten te doen. Hij betwijfelt de bedoeling om ook alle bijstandsgevallen op een lijst te zetten, want dat zou betekenen dat een aantal mensen hiervan op de hoogte komen, die er niets mede te maken hebben. Hij zou daar zeer op tegen zijn; we moeten het discreet houden en het gevaar dat het openbaar wordt, wordt dan des te groter. Be voorzitter zegt, dat het college besloten heeft om elk jaar een jaarverslag te publiceren omtrent de bijstand over het laatst afgelopen jaar; ook daar komen geen namen in voor, dit is een beetje pijnlijke zaak en hij gelooft niet dat dit in een gemeente gebeurt. Be heer Sitters vindt het hier toch niet een zuivere zaak. Be voorzitter zegt dat, wanneer iemand meent onrecht te worden gedaan, hij in beroep kan gaan bij gedeputeerde staten; zolang de algemene Bijstandswet er is, is hier slechts 1 beroep schrift ingediend; hetwelk nog werd ingetrokken. Op elk formu lier staat gedrukt hoe het beroep moet worden ingesteld. Hij biedt zelfs aan om het beroepschrift te maken en zegt dat het college het op prijs stelt te weten of het college het goed doet: de jurisprudentie hierover is zeer schaars. Be heer Sitters zegt graag met de voorzitter onder vier ogen te willen spreken. Be voorzitter zegt hiertoe gaarne bereid te zijn; met het publiceren van namen schieten we niets op. Be heer Bogaarts deelt niet het standpunt dat het college de Algemene Bijstandswet niet goed zou toepassen en vraagt verder of een schriftelijk beroep op het college mogelijk is; een eenvoudig "briefjej niet veel mensen zijn geneigd een beroepschriit in te dienen, een eenvoudig briefje is voor velen gemakkelijker. Be voorzitter zegt dat een eenvoudig briefje voldoende is, en bij het college als bezwaarschrift geldt, dan wordt de zaak opnieuw bekeken. Ook gedeputeerde staten van Noord-Brabant zien een eenvoudig briefje; "Xk heb bezwaar tegen deze uitkering—, als een officieel bezwaarschrift. Be voorzitter verklaart zich persoonlijk bereid zo volledig mogelijke inlichtingen te verstrekken en altijd te bereiken te zijn, maar 2 of 3 gevallen in de zoveel jaren wijst z.i. toch niet op ontevredenheid, maar op een juiste toepassing, zonder dat het college ieder zijn zin geeft. Be heer Bogaarts is van mening dat een eenvoudig briefje voor een ieder doenbaar is en de meest directe communicatie aanwezig is; betere voorlichting kan men nergens krijgen. Hij zou dit uit willen breiden tot de wethouders. Be voorzitten zegt dat dit zeer zeker nu al het geval is en bij twijfelgevallen zijn de wethouders echt wel zo verstandig om naa£* de burgemeester te verwijzen. Uitgavenpost 116 Be heer Kromdijk zegt dat voor deze post "opleiding brand weerpersoneel" f. 200,— is uitgetrokken en vindt dit te weinig, gezien het aantal nieuwe leden dat een opleiding in Roosendaal volgt. Be voorzitter zegt dat dit f. 100,— per persoon kost, zodat er al een eerste tegenvaller is.

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1969 | | pagina 52