8* Voorstel van "burgemeester en wethouders tot vaststelling inge volge artikel 101 der Lager-Onderwijswet 1920 van het bedrag oer leerling voor 1970. De voorzitter zegt dat de leden uit het voorstel hehhen kunnen zien, hoe het hedrag perleerling zich sinds enkele jaren in stijgende lijn heweegt en in een paar jaar is verduhheld. Alles hijeen is er in deze jaren een aanmerkelijke prijsstijging geweest. Hij noemt het voorgestelde hedrag van f. 125,voor het jaar 1970 verantwoord en wijst er voorts op, onder aanhaling van het advies van de Inspecteur van het Lager-Onderwijs, dat het in de toekomst minder gemakkelijk zal zijn gehruik te maken van art. 72 voor zaken, welke onder artikel 101 horen. De heer Bogaarts zegt aan het hedrag van f. 125,niet te willen gaan knabbelen. Hij kan of wil deze de gedachtengang van öe inspecteur, welke gedachtengang gebaseerd is op een verge lijking met scholen in de streek en wel een achtergebleven streek, niet volgen. We wonen in Nederland en normgevend is de Inspecteur z.i. niet. Bij zuinig beheer, acht hij een hedrag van f. 125,wel vol doende. In de omtrek zijn er gemeenten die heneden dit minimum blijven. Hij zegt blij te zijn dat wij het minimum hehhen. De voorzitter wijst erop dat de schoolbesturen in beroep kunnen gaan, wanneer zij menen met dit hedrag niet uit te kunnen komen; zij zullen dan wel met een begroting op de proppen komen; het is niet alleen een recht, maar ook een plicht van de school besturen. De heer Bogaarts wil de raadsleden danken door in vorige jaren hoven het minimum te gaan. Hij zegt echter van nog meer te dromen. De voorzitter_vindt het prettig dat de heer Bogaarts, als on derwijsdeskundige, zijn waardering uitspreekt. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 9- Voorstel van burgemeester en wethouders tot verlening van mede werking ingevolge artikel 72 der Lager-Onderwi.iswet 1920 aan het Bestuur der R.K. Lagere Meisjesschool voor uitbreiding/verhar ding der speelplaats. De voorzitter zegt dat er door de sloop van pand St. Janstraat 5 ruimte vrijgekomen is. Door de voorgenomen samenvoeging van scholen is er behoefte aan een ruimere speelplaats. Het ligt in de bedoeling de vergrote speelplaats van een ander plavei sel te voorzien. Het college zou er graag macadam op willen brengen, zodat de speelplaats mede gebruikt zou kunnen worden voor recreatieve doeleinden. De meisjesschool heeft een aardi ge rolschaatsploeg en in de winter is het ook een leuk ijs baantje. Door het schoolbestuur is de medewerking toegezegd om de speelplaats ook buiten schoolverband te mogen gebruiken. Zo kan de gehele gemeenschap ervan profiteren. De heer Bogaarts wijst erop dat de aan te brengen verharding van een bepaald stroefheid moet zijn; bij nat weer ontstaat het ge vaar van gladheid. De voorzitter zegt dat die kans erin zit; daar zal op gelet moeten worden, maar het moet mogelijk zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de gevraagde mede werking te verlenen. 10. Voorstel van burgemeester en wethouders tot sluiting van een vaste geldlening van f. ^50.000,bi.i de plaatselijke Boeren leenbank. De voorzitter herinnert aan het raadsbesluit van 26 november 1968 waarbij gunstig is beschikt op de aanvrage van het bestuur van de St. Jozefschool te Noordhoek om medewerking om te komen tot de bouw van een nieuwe school te Noordhoek. We zitten, al dus de voorzitter, in Nederland met centrale financiering. De vereiste urgentie-verklaring van het Ministerie van Onder- wijs-Wetenschappen wordt niet verkregen wanneer er geen geld is. Getracht wordt nu buiten de centrale financiering om voor dit doel een geldlening te sluiten.

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1969 | | pagina 42