De heer Bogaarts merkt ten. aanzien hiervan op, dat de Raad
dan toch wel rekening houdt met eventuele bijzondere omstan
digheden, waarin een dergelijke vereniging kan verkeren.
De voorzitter bevestigt de opmerking van de heer Bogaarts.
Het voorstel wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
Behandeling van het herindelingsplan West-Brabantse Rivier
monden.
De voorzitter stelt, dat aan de zaak van de herindeling al
veel aandacht is besteed: het college van burgemeester en
wethouders heeft zich diverse malen aangaande dit punt bera
den, er werden in de twee kerkdorpen enkele informele be
sprekingen gehouden en de bevolking werd terzake geënquê
teerd. Haar aanleiding van deze voorberadende werkzaamheden
heeft ons college middels het U toegezonden schrijven van
4 september 1969 een concept-antwoord geformuleerd op het
schrijven van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d. 28
mei 1969 G.no. 62440b. Uw raad wordt derhalve gevraagd in te
stemmen met dit concept-antwoord.
De voorzitter vraagt wie aangaande dit agendapunt het woord
wenst te voeren.
De heer Bogaarts merkt het volgende op: men kan stellen, dat
93$ van de inwoners in de toekomst de gemeente voort willen
zien blijven bestaan als een zelfstandige gemeente, redelijker
wijs is dit echter in verband met de schaalvergroting op di
verse andere terreinen niet te handhaven. Ik ben er van over
tuigd, dat men op den duur tot grotere verbanden zal moeten
komen.
In het streekplan West-Brabant wordt echter voor de gemeente
Standdaarbuiten geen enkele steekhoudende reden tot herinde
ling vermeld. De enige reden zou gelegen kunnen zijn in het
bewerkstelligen van een grotere bestuurskracht. Het mag
echter betwijfeld worden, dat dit het geval zal zijn, wanneer
onze gemeente bij Oudenbosch wordt gevoegd. Zo een groot ver
band (10.000 inwoners) zou dat nu ook weer niet worden. Uit
eindelijk zijn aan de herindeling practisch geen voordelen ver
bonden, wel nadelen zoals: het groter worden van de afstand
bestuur-bestuurdenhet minder worden van de belangstelling
voor de publieke zaak en het ongetwijfeld verminderen van het
gerief, dat nu door het gemeentebestuur aan de bevolking
wordt geboden. Het streekplan stelt, dat onze gemeente prac
tisch geen bindingen heeft met de rest van de streek, aange
duid als de West-Brabantse Riviermonden.
Waarom, zo kan men zich afvragen, heeft men onze gemeente dan
toch bij dit herindelingsplan betrokken
Zijn wij met de gehele gemeente niet veel meer gericht op Ou
denbosch Een aansluiting bij Oudenbosch, maar dan een door
herindeling vergroot Ouden.br
de verbindingen met Oudenbosch goed geregeld te zijn, zodat
onze gemeente geen vergeten gebied gaat worden.
De voorzitter zegt, dat hij het betoog van de heer Bogaarts
gel'•■el kan onderschrijven en dat het ook overeenkomt met het
door burgemeester en wethouders opgestelde antwoord aan Gede
puteerde Staten. Tevens merkt hij nog op, dat een herinde
ling op de eerste plaats gericht moet zijn op het welzijn van
de mens en dat een herindeling zeker niet mag geschieden om
de herindeling.
sing. Als voorwaarde voor