-4-
De heer Bogaarts vindt dat het "beter ter plaatse kan worden
bekeken. De voorzitter zegt dat het over het principe gaat
wie het eerst geholpen moet worden, de kerkgangers of het
algemeen.
De heer van der Horst vindt dat de verkeersproblemen, vooral
hier aangedikt worden; wanneer men in de stad komt, dan is
het in vergelijking, bij ons een boulevard. Hij ziet het boven
0P.de dijk nog niet als onhoudbaar. Beneden is het de mooiste
ruimte en boven een groot gevaar.
De voorzitter is van mening dat de heer van der Horst dat aan
dikt ten behoeve van de kerkgangers; we moeten eerst maar gaan
De heer Kromdijk adviseert van de eerstvolgende vergadering. De
voorzitter heeft geen bezwaar.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de beslissing over
het voorstel aan te houden tot de volgende vergadering.
Voorstelvan burgemeester en wethouders tot wijziging van de
begroting 1 968. D0
De voorzitter zegt dat deze wijziging de slot-wijziging van de
begroting 1968 is. Het is de begroting aanpassen op papier
aan de laatst bekende situatie.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel beslo
ten.
10. Voorstel van burgemeester en wethouders tot betuigen van in
stemming met het streekfacetplan natuurschoon- en recreatie-
gebieden Noord-Brabant.
De voorzitter zegt dat de leden uit het voorstel hebben kunnen
zien, dat het college de Raad adviseert om instemming met het
plan te betuigen, zij het dan met beperking. Dit is een voor
studie en gedeputeerde staten hebben gevraagd de Raad hiermede
m kennis te stellen. We hebben met dit streekplan minder te
maken, maar we moeten attent blijven. De voorzitter leest de
ontwerp-brief van burgemeester en wethouders aan gedeputeerde
staten voor en vraagt of de Raad het met dit ontwerp—briefje
eens kan zijn. Het streekfacetplan wordt later dan nog wel aan
e orde gesteld. Hij vraagt wie der leden hierover het woord
of stemming verlangt.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
Bespreking v&n het herindelingsplan West-Brabantse Riviermonden.
De voorzitter zegt dat de leden weten dat vele maanden geleden
de bezwaren, welke in de Raad tegen dit plan leven, naar voren
zijn gebracht. Gedeputeerde Staten hebben deze naast zich neer
gelegd en hebben nu de officiële procedure in werking gesteld.
Binnen 3 maanden na ontvangst-(9 juni 1969) doen de raden der
daarbij betrokken gemeenten hun mening aan gedeputeerde staten
kennen. Lr staan voor de inwoners grote belangen op het spel.
De termijn van 3 maanden valt precies in de vakantie—periode.
Bjatgedeputeerde staten juist in deze tijd hun voorstel aanhan
gig maken, vindt de voorzitter bijzonder ongelukkig. Hiermede
wordt de wettelijke termijn van 3 maanden gereduceerd tot luttele
weken. Hij deelt mede dat de burgemeesters van de daarbij betrok
ken gemeenten, bij een gehouden bespreking te Zevenbergen, el
kaar hebben toegezegd een verlenging van de termijn me± 4
maanden te zullen aanvragen.