De een wil dit, de ander dat, en zo komt men er niet. Daarom is er ook een streeplan gekomen. Hij neemt aan dat ieder even naarstig gelezen heeft als het college en dat de Raad mee kan gaan met het plan te aanvaarden. De heer van der Horst zegt gezien te hebben dat we er slecht afgekomen zijn. Overigens vindt hij het plan door het gebruik van ho ge en vreemde woorden onduidelijk geschreven en in het kort voor hem te geleerd. Bovendien is de gestelde tijd te kort; een bespreking vóóraf in een commissie was z.i. beter geweest. De voorzitter zegt van geluk te mogen spreken dat het Opbouw- orgaan het niet heeft geschreven, vanwege de gebruikelijke vak termen. Herhaalde malen is er op aangedrongen dat soortgelijke stukken goed leesbaar moeten zijn. Ben behandeling, zoals de heer van der Horst deze graag gezien had, in een commissie in plaats van door de raad in pleno -en hij verwijst daarbij naar het groot aantal avonden aan de bouwverordening besteed- zou lange tijd gevergd hebben en de zaak misschien toch niet ver helderd hebben. De heer Kouters vraagt wat de bedoeling ervan is, dat kleine kernen onleefbaar zijn, slopen De voorzitter zegt belemmeren in de groei. Het is niet de laagste gradatie welke Noordhoek gekregen heeft (i). Aan particulieren ligt nog geen belemme ring voor bouwen in de weg, maar wanneer het uitbreidingsplan vol is, zal men verdere uitbreiding afremmen. Het algemeen streven is, dat men dorpen ook dorpen laat; men wil er geen stadjes van maken, dan is de aantrekkelijkheid weg. Men kan discussieren over leefbaarheid, maar exacte gegevens zijn er niet. De heer Bogaarts stelt voorop dats 3 weken om het plan te bestuderen veel te kortis; er niet alles in staat van Stand daar buit en; de kaarten die erin zitten onvolledig zijn en het geheel niet duidelijk leesbaar. Bovendien is het aantal exemplaren ter beschikking niet toereikend geweest. Hij is het met de heer van der Horst eens; noemt het een taaie boel en vindt het spijtig dat er geen commissie uit de raad is inge steld, dubbel jammer, omdat hij 30 juni 1967 reeds gevraagd heeft of het niet nuttig zou zijn zo een commissie ad hoc in te stellen. Hij noemt het ergerlijk, dat aan de ene kant deskundi gen en vakmensen jaren de kans krijgen de zaak te bekijken en te bestuderen en aan de andere kant de raadsleden, daarvoor amper 3 weken gelegenheid hebben. Hij is het ook met de inhoud van het plan niet eens. Daarin is buiten beschouwing gelaten de invloed van Antwerpen op deze streek. Dan gaat het plan uit van gegevens uit de jaren 1 960-1966. Dit tijdperk kan men niet tot norm nemen. Gaan we b.v. de situatie rond Moerdijk bekijken, dan is deze norm fout. Hij is van mening dat de groeikracht van verschillende plaatsen in den Bosch ligt en wijst op de toewij zing van huizen (alleen) en industrie-vestiging (in hoofdzaak) De voorzitter merkt op dat de heer Bogaarts het plan bekijkt door een bril die niet ver ziet of gekleurd is. De heer Bogaarts vervolgt, dat wat de industrie-vestiging be treft er zeer weinig rekening gehouden is met automatisering. Hij gelooft niet dat de gemeenten een enorme industrialisatie krijgen; hij wil er op wijzen, dat de opzet geselecteerd moet zijn, niet alleen gericht op werkgelegenheid doch ook op de be woonbaarheid. Wat de ontwikkeling van het inwoner-aantal be treft, zegt hij dat geschermd wordt met algemene vruchtbaar- heid-cijf'ers. Bij industrialisatie daalt de vruchtbaarheids-curv sterk. Hij vreest dat het inwonertal niet zal kloppen, zeker niet tot 1990 en het aantal verwachte arbeidsplaatsen zeker niet reël is.

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1969 | | pagina 21