Daarbij komt nog de verschuldigde bijdrage voor het gebruik van de
stortplaats ad f. 1,per inwoner.
De heer van Vlimmeren heeft gezien dat we aan de top staan met
de belastingen naar grote van de gemeente met f. 116,per in
woner per jaar; rangorde 2. Hij is van oordeel dat geprobeerd
moet worden om de belastingen zo laag mogelijk te houden en
vraagt zich af of de gemeentenwelke geen sluitende begroting-
hebben in de hoek gedrukt worden. Hij kan meegaan met het voor
stel van de heer Bogaarts om te proberen iets te laten voelen
bij gedeputeerde staten, dat de raad met deze belastingverhoging-
beslist niet blij is; hij wil een spelde-prik geven aan gedepu
teerde staten door hetgeen zij willen hebben, niet zo maar te aan
vaarde n; we zitten nog niet in de put. Hij zegt het in eerste
instantie nog niet eens te zijn met het gehele belasting-pakket.
De voorzitter is van mening dat we wel degelijk in de put zitten
en het volgend jaar nog dieper. Hij wijst op een vermindering
van de garantieuitkering volgend jaar ad f. 15.000,We kunnen
er niet buiten. Het werken met een krappe begroting, welke dan
nog niet sluit, is onmogelijk, terwijl we toch nog een aantal wen
sen hebben. Hij is ervan overtuigd dat gedeputeerde staten met de
bemerking zullen komen; geeft U de dekkingsmiddelen maar aanM
en die hebben we niet; we kunnen dan geen stap meer verzetten.
Het is een algemeen belang, een gemeentebelang. Laat ons het
toch doen; we hebben helaas geen alternatief.
De heer van Vlimmeren zegt dat een kleine gemeente nadeliger
werkt dan een grote; we zitten aan de top. Hij is van gedachte
dat gedeputeerde staten een beetje rekening moeten houden met de
grootte van de gemeente.
De voorzitter vindt dat het moeilijk is een vergelijking te trek
ken. Is de gemeente toevallig garantie-gemeente, dan gaat
zich dat nu wreken; het zijn allemaal puur gevolgen daarvan. Het
verschil tussen de oude en de nieuwe regeling moet worden glad
gestreken. Dan gaat tengevolge van bevolkingsaanwas de uitkering
stevig omhoog en voor onze gemeente, tengevolge van het terug
lopen van het inwonertal wordt de uitkering steeds lager.
Wethouder de Wit wijst in dit verband nog op de bouw van de
nieuwe school te Noordhoek, wat een verschil van f. 15.000,
aan uitkering betekent in gunstige zin.
De heer van Vlimmeren vraagt of de begroting voor 1969 al is
goedgekeurd. De voorzitter zegt dat bij de raadsstukken een brief
is overgelegd, waarin gedeputeerde staten verzoeken om de begro
ting in zijn geheel opnieuw te bezien. Hij leest deze brief voor.
De voorzitter zegt dat nu tot een bepaalde conclusie moet worden
gekomen en vraagt wie der leden hierover nog het woord verlangt.
Overeenkomstig de wens van de leden stelt de voorzitter het voor
stel punt voor punt aan de orde en brengt dit puntsgewijze in
stemming.
Straatbelasting.
Vóór stemmen de heren van Vlimmeren, de Wit en Kouters.
Tegen de heren Bogaarts, Sitters, Kromdijk en van der Horst.
Zodat het voorstel tot verhoging met 3 tegen 4 stemmen is
varvcypen.