-3-
Vooi'stel van burgemeester en wethouders tot wijziging der Verordening
op de heffing van reinigingsrechten.
De voorzitter zegt dat het college het redelijk vindt, dat voor
grote hoeveelheden vuil -geen huisvuil zijnde- een vergoeding van
15,per m3 verschuldigd is; het gaat in hoofdzaak om bedrijfsafval.
De heer Kromdijk vraagt of dit ook geldt voor sinaasappelkisten.
De voorzitter antwoordt bevestigend.
Hierop wordt zonder hoofdelijke stem.iing conform het voorstel beslo
ten
Aanbieding van de begptingen voor 1968.
De voorzitter kondigt aan dat de gemeentebegroting voor het jaai
1968 een tekort heeft op de gewone dienst van 43.000,Het colle
ge ziet kans dit tekort administratief te dekken. De leden ontvangen
t.z.t. weer een uitgebreide toelichting.
Met dc aanwijzing van de heren Bogaarts, van der Horst en van Vlim-
meren, als lid der commissie van onderzoek wordt ingestemd.
Rondvraag.
Riolering Oude-Kerkstraat
De heer Bitters zegt dat het een hopeloze toestand is mot de riole
ring in de Oude-Korkstraat, rond de woningen 10 tot 18.
De voorzitter is hiermede bekend en vindt dat er een hopeloze toe
stand van gemaakt wordt. Het gaat om een enkele vervuiler, die de
zaak niet voldoende schoon houdt. Br is een briefje uit gegaan aan
alle bewoners om de putjes beter schoon te houden, Verteerbaar pa
pier te gebruiken en ook de trekker een keer meer. Ter plaatse heeft
hij laten waterpassen om te zien of met een grotere pijp iets te be
reiken is, maar daar zit geen oplossing in.
De heer Sitters zegt, dat het vuil bij de mensen binnen loopt en
deze moeten dus in de rommel blijven zitten; 6 bewoners ondervinden
daarvan de hinder en de last; hij merkt op dat de voorzitter spreekt
van één vervuiler.
De voorzitter zogt het op één gezin te willen lokaliseren en ziet
het dan niet als een taak voor de gemeente; het is meer dan erg wat
er uit die verstopte riolering komt, zoals handvegers e.d.
De heer Sitters brengt een mogelijke aansluiting op de riolering
aan de andere kant te berde. Du voorzitter acht het maken van een
geheel nieuw stelsel en het leggen van een zwaarder riool heel moei
lijk. Dit betekent het leggen van p.m. 150m riolering, waarvan de
kosten nergens op te verhalen zijn.
De heer van der Horst vraagt of de betrokkenen dan op kosten gedreven
worden, als de gemeente er iets aan doet. De voorzitter zegt dat in
gevolge de onlangs vastgestelde verordening 15»verschuldigd is.
De heer van der Horst is van mening, dat bij een onhoudbare toestand
de gemeente toch in zal moeten grijpen en de kosten dan maar verha
len op de werkelijk schuldige. Dn als deze niet betaalt vraagt de
voorzitter de leden af.
De heer van der Horst meent dat men daar andere mensen ni.et voor kan
laten zitten. De voorzitter zegt echt niet te weten, hoe hiervoor
een afdoende oplossing te vinden. Een zwaarder riool gaat niet; aan
sluiting op de andere kant eist 150m riolering, waarvan de kosten
niet verhaalbaar zijn.
De heer van der Horst zegt de oplossing niet te kunnen geven, maar
deze toestand kan niet blijven.
De heer van Vlimmeren is het hier volledig mede e^-ns, het kan zo
niet blijven en geeft in overweging de zaak daar op te graven. Hij
vraagt of er een proces-verbaal opgemaakt kan worden. De voorzitter
kan hier geen overtreding constateren. Volgens de heer van Vlimmeren
zit er dat wel in, in aanmerking genomen dat deze mensen zeggen:
wat kan het mij schelen; dus opzet.