De heer Bogaarts ziet de werkzaamheid der Commissie meer als
het onder de aandacht van het college "brengen van onderscheide
ne gevallen en de omstandigheden waarin zij verkeren. De voor
zitter zegt dat daar geen commissie voor "behoeft te zijn. Het
college beschikt over voldoende contacten. Hij is ervan over
tuigd dat het college het goed doet; het is een kwetsbare
zaak, en ziet er niet veel heil in. Hij acht een goede uit
voering van meer belang.
V/at de voorlichting betre ft, vooral van de bej aarden,wijst
de heer van Vlimmeren (bestuurslid van de bejaardenbondop
de voorlichting gegeven door radio en pers en diverse sprekers
op jaarvergaderingen. Hij is niet voor het instellen van een
adviescommissie en zegt dat ieder weet hoe mceilijk het is,
dat is gezien bij de huizen ver deling.
Bij de algemene bijstandswet moeten de mensen zich in eerste in
stantie bloot geven en hij neemt aan dat zij liever met de
voorzitter alleen praten. Hij ontraadt het instellen van een
adviescommissie voor zo een kleine gemeente.
De voorzitter attendeert de heer Bpgaarts erop dat het beeld
dat deze zich van de Advies-commissie stelt niet juist is en
zegt zich in het college van burgemeester en wethouders te
zullen beraden.
Openstelling van de gemeente-secretarie in de avonduren.
De heer van der Horst vraagt of het mogelijk is dat de gemeente
secretarie in de toekomst één avond in de week open is.
De voorzitter zegt dat dit elders in het verleden wel eens
gebeurd is, maar dit moet op een of andere manier opgevangen
worden; een avond open, dan ook een middag sluiten, hetgeen
ook bezwaarlijk is. Het is een irreële belasting van het perso
neel. Wij zijn voor de mensen, aldus de voorzitter, bij mij kunnen
de mensen altijd 's avonds terecht. De heer de Wit is van me
ning dat dit niet de weg is.
De heer van der Horst denkt aan de pendelaars, het is voor
paspoorten, rijbewijzen etc.
De voorzitter wijst erop dat men voor heel veel zaken, zoals
rijbewijzen e.d. niet persoonlijk behoeft te komen. Bij de rijbe
wijzen maken veel mensen gebruik van de bemiddelingsbureaux.
De heer van der Horst zegt dat het dan de vrouw moet doen,
hetgeen veelal door de kinderen of andere gezinsomstandighe
den niet kan. Hij raigschikt de pendelaars onder de vergeten
groepen.
De heer Bogaarts d oet de suggestie het personeel een kwartier
later per dag te la ten beginnen. De voorzitter heeft hier
tegen ah bezwaar.
De heer van Vlimmeren vr_agt fdan het gehele personeel die
avond moet zitten. De voo rzitter bevestigt dit.
De heer Bogas. rts denkt aan één ambtenaar éénmaal per week
of per maand voor de meest voorkomende zaken.
De heer van der Horst ziet het er wel in dat alle mensen op
zo een avond komen. De voorzitter zegt dat wel al zoveel
faciliteiten hebben; hij wil er in het college wel over praten.