Hulpverlening "bij Brand.
De heer Bogaarts zegt dat voor de "brand hij dhr. Kuijstermans
onder de gemeente Oud Gastel, deze gemeent e eerst de ge
meente Oudenhosch moest waarschuwen, voordat de brandweer
daarvan hulp kon verlenen. Formeel juist, maar praktisch
onbruikbaar. Daarbij is ook gebleken hoe ongelukkig veel men
sen zich uitdrukken bij brandmelding, vooral met betrekking
tot de plaatsbepaling van de brand. Hij is van mening dat
het waarschuwingssysteem dringend herzien moet worden, met
een meer logischer indeling dan alleen maar de gemeente
grenzen.
De voorzitter zegt dat zeer binnenkort hierover overleg zal
worden gepleegd tussen de gemeenten Oudenbosch -Oud Gastel
en Standd aarbui ten. Hij vindt het onverantwoord dat een
brandweer die gereed staat een kwartier moet wachten om uit
te rukken; er kunnen mensenlevens mede gemoeid zijn. Hij
denkt aan hetwoongedeelte St. Antoine, dat ver van de kom
der gemeente Oud Gastel is gelegen. Zulke gevallen zijn in
de toekomst te voorkomen. Hij verwacht dat bij instelling van
een centraal alarm-nummer alles aanmerkelijk beter zal gaan.
Algemene Bijstandswet.
De heer Bogaarts zegt dat er in de gemeente een stemming van
onvoldaanheid en onbeha gen heerst omtrent de uitvoering en
werking van de algemene bijstandswet. Veel mensen hebben on
voldoende informatie en hij is van mening, dat er een pret
tiger verhouding ten opzichte van gemeentenaren en uitvoe
rend college zal zijn met behulp van een adviescommissie in
bijstandszaken. Hij stelt voor dat het college van burgemeester
en wethouders zich binnen afzienbare tijd hierop zal beraden.
De voorzitter wijst erop dat het college de landelijke richt
lijnen volgt en het niet iedereen naar de zin te maken is.
Hij kan zich voorstellen dat iemand die een afwijzing krijgt,
zich onbehaa glijk voelt. Belanghebbende wordt steeds gewezen
op de mogelijkheid in beroep te gaan. Tot nog toe hebben wij
geen beroepszaak gehad. Hoe meer mensen er mee gemoeid gaan
worden, des te gevaarlijker voor de objectiviteit wordt het.
De heer Bogaarts zegt kennelijk met de-voorzitter van mening
te verschillen omtrent de aard van de onprettige stemming.
De voorzitter vraagt bij wie De heer Bogaarts bedoelt bij
de gemeentenaren in grote groepen. De door hem voorgestane
commissie moet zich niet met de uitvoering bemoeien. De
meeste mensen zijn slecht op de hoogte van de werking van de
algemene bijstandswet. Is de adviescommissie op de hoogte
van de algemene richtlijnen, dan zijn deze mensen geïnformeerd,
dan wordt de groep die informatie kan verstrekken steeds
uitgebreider
De voorzitter zegt dat in de memorie van toelichting der be
groting de normen vermeld staan en de leden hiermede bekend
kunnen zijn. De uitvoering van de algemene bijstandswet is een
zaak van het college van bur gemeester en wethouders. Het
college voelt geen behoefte aan een adviescommissie, noch
aan een commissie van bijstand. Komt de raad hierop terug,
dan wordt het anders.