De voorzitter merkt op dat beide laatstgenoemde opleiden voor
een beroep en dat het niet bekend is dat voor het Brabants
Conservatorium een hoger bedrag gevraagd wordt. Hij zegt blij te
zijn dat er in Roosendaal een muziekschool is. De heer Bogaarts
stemt hiermede ten volle in.
De voorzitter wil met plezier een en ander onder de aandacht
brengen.
Hierop wordt zonder hoofdelijke stemming, conform het voorstel,
besloten.
9. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verlening van een
subsidie over 1 967 aan de Stichting Bureau voor Huweljjksaange-
legenheden te Roosendaal.
De voorzitter zegt dit eveneens een zaak is, die achteraf is
aangemeld; feit is dat in 1967 dit bureau een inwoner geadvi
seerd heeft. Ook hier hebt U kunnen lezen, dat vergeten is de
buitengemeenten om een bijdrage te vragen. Er is over 1 967 een
tekort. Voorgesteld wordt het gevraagde bedrag ad f. 225,68
over 1967 beschikbaar te stellen.
De heer Bogaarts zit met dit bureau een beetje in zijn maag en
zou gra-g willen weten hoelang dit bureau al bestaat. Hij vraagt
zich af of er op dit gebied niet een beetje gepionierd wordt;
er waren in totaal 28 cliënten; er zijn weinig beroepskrachten
en heel veel mensen met andere bezigheid.
De voorzitter kan niet nauwkeurig zeggen wanneer dit bureau
gesticht is. Er is een psychiater en nog een maatschappelijk
werker aan verbondenbeide part-time. Voorop staat toch wel
dat deze bureaux, waarvan er Breda b.v. verscheidene kent, be
staansrecht hebben en hij neemt aan dat deze in een bepaalde be
hoefte voorzien. De heer Bogaarts betwijfelt of het zo nuttig
is dat er zo een massa van deze bureaux komen.
De voorzitter merkt op dat kleine bureaux meestal aanmerkelijk
voordeliger werken dan grote. Het zijn meestal langdurige zaken.
Het is in dit geval geen vaste subsidie. Hij hoopt dat er het
volgend jaar geen cliënt uit de gemeente is.
De heer van Vlimmeren denkt dat deze aangelegenheid weieens een
dure kwestie kan worden, gezien wat het per geval moet gaan
kosten en vraagt of door de persoon zelve ook iets bijgedragen
moet v/orden. De voorzitter meent dat het één van de voorwaar
den is, waarop het rijk subsidieert.
Het is ook moeilijk uit te rekenen per geval. Dit kan duren van
enige uren tot Y/eken; het is zuiver individueel.
De voorzitter vraagt v/ie der leden hierover nog het woord of
stemming verlangt.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
10.Voorstel van burgemeester en wethouders tot 1e wijziging van de
Algemene Salarisverordening 1968.
Deze wijziging betreft uitsluitend de verhoging van het minimum
loon per 1 juli 1968 tot f. 585,per maand, hetwelk is afge
stemd op de loonontwikkeling in het vrije bedrijf.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voor
stel besloten.