De heer Bogaarts hoopt dat de mat veel gebruikt wordt in
het belang van de jeugd.
De heer van Ylimmeren had graag gehoord dat de voorzitter
gesproken had van "gymnastiekclubs". De voorzitter zegt dat
ook de bejaarden er desgewenst gebruik van mogen ma ken.
De inspectrice van het lager onderwijs in de inspectie Roo
sendaal heeft mede namens de inspecteur voor lichamelijke
Opvoeding, medegedeeld geen bezwaren te hebben. Het college
stelt voor de gevraagde medewerking te verlenen.
Zonder hoofdelijke stemming v/ordt conform het voorstel beslo
ten.
8. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verlening van
een subsidie aan de Stichting Roosendaalse Muziekschool.
De voorzitter zegt, dat de leden uit de stukken hebben kunnen
zien, dat de Muziekschool te Roosendaal met een aanzienlijk
exploitatie-tekort te kampen heeft. Dit is al jaren zo.
Het tekort komt neer op f. 234,35 per leerling. Het is niet
juist de gemeente Roosendaal voor de gehele regio te laten
opdraaien, vandaar dat een beroep wordt gedaan op de buiten
gemeenten. Van de mensen zelf, die er gebruik van maken,
wordt een behoorlijke bijdrage gevraagd. Voorgesteld v/ordt
een subsidie te verlenen van f. 100,per uit deze gemeente
afkomstige leerling te beginnen met 1967» De heer Bogaarts
gelooft dat de voorzitter terecht van een streekschool
spreekt, hoewel het overgrote deel der leerlingen uit Roo
sendaal komt. Gemiddeld is het 4 leerlingen per plaats
Z.i. moet de school zijn bestaan en werkzaamheden benadruk
ken, meer naar buiten treden met doelgerichte programma's
zodat het aantal leerlingen van buiten zo hoog mogelijk wordt
opgevoerd
De voorzitter wijst op de publicaties en advertenties in de
kranten, de verslagen van ouderavonden enz. Het hebben van
gevoel voor muziek is naar zijn mening richting gevend.
De heer Bogaarts beziet het ook vanuit een oogpunt van in
telligentie, algemeen ontwikkelingspeil, en acht het per
soonlijk een veel betere reclame indien de propaganda via
de scholen gebeurt.
De voorzitter neemt aan dat ieder die met de opvoeding van
de jeugd betrokken is, weet dat er een muziekschool is. Hij
is van oordeel dat het van binnenuit moet komen.
Het tekort van f. 243 doet bij de heer Bogaarts de vraag
rijzen of de school niet iets anders opgezet moet worden.
De voorzitter zegt de suggesties van de heer Bogaarts ove
rigens wel over te willen nemen en in overweging te willen
geven reclame te maken voor de school.
De heer Bogaarts zegt nog een algemeen gerichte opmerking te
willen maken. Muziek is een kunstzinnige richting van het
onderwijs. Hij meent dat er in het subsidiëringsbeleid een al
gemene lijn moet blijven, in orde van grootte. Het subsidie
voor de Muziekschool is dan f. 100,St. Joost f. 80,
en het Brabants Conservatorium f. 100, Hij vindt het be
drag van f. 100, - voor de Muziekschool te hoog, een bedrag
van f. 50,is z.i. beter.