-2- den voor behandeling tot bij de vaststelling van de begroting 1965. Op een desbetreffende vraag van de heer van Vlimmeren, antwoordt de voor zitter dat geen telegram meer is verzonden omdat de brief van de Com missaris der Koningin toen reeds binnen was. 5» Voorstel van burgemeester en wethouders tot beschikbaarstelling van een krediet voor de woningbouw, tot aanvrage en aanvaarding van een zo hoog mogelijk ri.jksvoorschot en een .jaarlijkse bijdrage en tot onderhandse aanbesteding van het werk. Getracht zal worden dit jaar in het nieuwe uitbreidingsplan 12 eenge zinswoningen en 12 bejaarden-woningen te bouwen. De voorzitter zegt deze morgen pas de laatste cijfers van de archi tect te hebben doorgekregen en vraagt wie der leden het woord ver langt. De heer van Vlimmerem vraagt of de voorgelegde plannen definitief zijn. Hij vindt 21,-- huur per week veel te hoog voor de bejaarden, ook al zegt men dat de Algemene Bijstandswet hierin kan voorzien. Dan moeten de mensen toch ook hun gehele hebben en houden aan het college van burgemeester en wethouders voorleggen. Hij kan er zich niet mede verenigen, die opbrengst is veel te hoog. De voorzitter vindt het ook schrikbarend veel, maar zegt dat het hier gaat om wel of niet bouwen, fïlen kan zeggen bescheidener bouwen, maar er is toch wel een algemene tendens waar te nemen in dit land van wel vaart; we moeten bijblijven met onze woningen en de welvaart op de voet volgen. Dus geen woningen bouwen van gisteren maar van morgen. Daarbij verleent het rijk een tegemoetkoming van 150,-- per jaar beneden een bepaald inkomen. Burgemeester en wethouders zijn van oor deel dat de mensen recht hebben op een redelijke woning - geen luxe, maar wel een prettige woning. We moeten vooruit kijken; er zijn 2 huurverhogingen aan de beurt en in aanmerking nemen dat dan toch ook de uitkeringen omhoog gaan; in geen geval moet de klok teruggezet worden De heer van Vlimmeren merkt op dat het gaat over de bejaarden wonin gen en vreest dat het voor niemand op te brengen is. Ondanks de 150,-- tegemoetkoming van het rijk en de Bijstandswet moet z.i. niet uit het oog worden verloren dat deze woningen worden gezet voor bejaarden; liefst zo dat ze het op kunnen brengen. Uitkijken moeten we wel voor jonge gezinnen, maar niet zo vóór bejaarden die hun laat ste levensdagen slijten. De voorzitter is van mening dat men aan ho ge huren zal moeten wennen en dat daarbij de weg van de geleidelijk heid gevolgd moet worden. De Algemene Bijstandswet maakt het moge lijk te geven wat nodig is om redelijk te leven. Hij is van oordeel dat deze mensen recht hebben op een redelijke woning; met een huur van 5,-- per week lukt dit niet. De heer van Ulimmeren is het hier wel mede eens en zegt niet tegen de woning maar wel tegen het huurbedrag te zijn en bij deze mensen zijn er beslist bij die zeggen: ik ga me niet blootleggen. De voor zitter noemt dit drempelvrees, er zijn ook wel andere. Hij zegt dat er overal een enorme behoefte is aan bejaarden-woningen en dat we in een zwaar vergrijzend land zitten; over 15 jaar wordt gedacht aan een gemiddelde leeftijd van 85 jaar. De heer van Vlimmeren zegt het zijne ervan te hebben gezegd. De voor zitter vraagt of de heer van Ulimmeren aantekening wenst van tegen- stemming. De heer van Vlimmeren antwoordt ontkennend. De heer Kouters is het met de heer van Vlimmeren eens. Een woningwetwoning is goedko per dan een bejaardenwoning en vergelijkt de gemeente Klundert met de gemeente StanddaarbuitenHij verwacht wel dat de bejaardenwoningen er anders uit zullen zien dan die in de Dr. Poelsstraat. De voorzit ter wijst erop dat doorstroming van de ene woning naar de andere be vorderd dient te worden, door mensen die in een te groot huis zitten aan een klein huis te helpen, met een eventuele vergoeding van ver huiskosten en/of lasten, door deze mensen van bovenaf te helpen. De heer van Tilburg vindt ook de huur van 21verschrikkelijk

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1965 | | pagina 7