F sfeer werd betrokken". Waarom moest er dit instaan? Oe voorzitter zegt, dat het college van burgemeester en wethouders dit met een enkel woord aan heeft wil len geven, zonder in het emotionele te vervallen, Hoe minder emotie hoe liever het ons en u moet zijn. Het is met deze bedoeling gedaan. Oe heer van Vlimmeren blijft bij zijn mening die mensen willen een coöperatie stichten; 5 bestuursleden stonden op de lijst en nu zal de heer de Hit eens gaan werken om daar een aktie tegen in te stellen. De heer de Hit merkt op, dat er nog een zesde op die lijst stond en ook nog 6 man daaronder em de heer van Vlimmeren aan de bekende verhoudingen zelf heeft medegewerkt. Oe voorzitter zegt, dat er lang en breed over gesproken is en nog gesproken kan worden;.hij zou er echt van afwillen en vraagt wat de bedoeling of mening is van de heren van der Horst, van Tilburg en van Vlim meren met betrekking tot het memorandum van burgemeester en wethouders; dit moet men toch op een of andere manier stellen of formuleren. Oe heer van Vlimmeren: u zegt er is lang over gesproken; dat het op korte termijn is afgewerkt, hebben we te danken aan de heer Commissaris der Koningin en zijn bemiddelaars. Hadden dèe niet ingegrepen om dit op korte termijn te bewerkstelligen dan hadden we er nog lang mee gezeten. Ik ben dan ook hartelijk dankbaar dat deze kwestie uit de doeken is. Mijn conclusie is zo besluit de heer van Vlimmeren dat ik volledig ac- coord ga met het eindrapport van de Commissaris der Koningin ik leg het memorandum van burgemeester en wethouders naast mij neer. Oe voorzitter vraagt de heren van der Horst en van Tilburg of deze er behoefte aan gevoelen hun bevindin gen in een conclusie vast te leggen. De heer van der Horst vindt het rapport van de Commissaris der Koningin niet helemaal duidelijk en ook wat eenzijdig, als hij dat zo leest. Wijziging van de statuten, het aangaan van geldleningen, ontbinding der Stichting behoeft de goedkeuring van burgemeester en wethouders; hoe is dit allemaal zo maar over kunnen gaan. Er is 19.000,— opgeno men zonder burgemeester en wethouders hiervan in kennis te stellen. Het is voor hem niet duidelijk en hij kan er zich ook niet mee verenigen, het is echter inmiddels toch coöperatie geworden. 0e voorzitter zegt, dat het bureau Wilenga vindt, dat alleen tot hun taak behoort feiten en cijfers na te gaan; niet de veronderstellingen en diepere bedoelingen. Wat de opgenomen 19.000,— betreft, de een is van mening dat het een lening is en de ander van niet. 8urgemeester en wethouders gaan uit van een ver kapte lening. Een feit is, dat als borgtocht dat bedrag door de administrateur is geboekt. 0e heer de Wit merkt op, dat de heer Wielenga gezegd heeft, dat hij dat wel de meest vreemde escape vindt. De heer van der Horst isnog niet content en vraagt zou de Stichting coöperatie geworden zijn als er schul den waren, want daarvoor was toch de gemeente aansprakelijk. De voorzitter zegt, dat het inderdaad in de statuten stond dat de gemeente aansprakelijk was zowel voor goed als slecht; natuurlijk zou ook dan de overgang van Stichting naar coöperatie mogelijk geweest zijn en alle activa en passiva in de nieuwe rechtsvorm overgegaan zijn. 0e vraag of dan de lust zo groot geweest zou zijn, is niet aan de orde. 0e verkoopwaarde bedraagt altijd nog rond de 450.000,—, 0e heer van Vlimmeren is van oordeel, dat de aflossing aan de gemeente van 15.000,— zuiver een kwestie van bestuursbeleid is. 0e heer de Wit merkt op dat alleen leningen de goedkeuring van burgemeester en wethouders nodig hadden. De voorzitter zegt, dat blijkens het rapport Wi el enga deze vervroegde aflossing niet bepaald een gelukkig bestuursbeleid is en vraagt vervolgens of de heer van der Horst tot een bepaalde conclusie wil komen, behalve dan het vragen van het tijdstip waarop bekend was dat de gemeente er niets meer mede te maken had. De heer van der Horst wil zijn bevindingen niet in een conclusie vastgelegd zien. De voorzitter vraagt hierop of de heer van Tilburg nog een conclusie heeft. 0e heer van Tilburg zegt niet tot het uiterste te zijn ingelicht. Het rapport van de Commissaris der Ko ningin, de bemiddeling, hij vindt alles vrij duister en stuit op dingen die werkelijk verbloemd zijn. Uit het memorandum van burgemeester en wethouders is hij ten slotte wél wat wijzer geworden. Hij doet nog een felle aanval op een Roosendaalse krant en zegt niet te begrijpen waar men de brutaliteit vandaan haalt daarin te zetten, dat hij tegen de vlassers is, hetgeen hij uitdrukkelijk ontkent. Ook op andere punten vindt hij tal van onwaarheden. Hiertegen moest z.i. het gemeentebestuur stelling nemen. Wat worden wij toch openlijk bedot. 0e voorzitter vraagt, de heer van Vlimmeren of deze met betrekking tot zijn conclusie nog een voorstel wenst te doen. De heer van Vlimmeren acht zich hiervoor niet voldoende gesteund. De voorzitter stelt eenzelfde vraag aan de heer van der Horst. Oeze wenst alleen het tijdstip bekend ge maakt te zien waarop de bemiddelaars wisten dat de goedkeuring van burgemeester en wethouders niet meer nodig was voor de omzetting van Stichting tot Coöperatie. Het voorstel wordt gesteund door de heren de Uit en Kouters en Mevr. Hoppenbrouwers. 0e voorzitter vraagt of er stemming wordt verlangd. Geen der leden verlangt stemming, zodat het voorstel van de heer van der Horst als zodanig is aanvaard.

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1964 | | pagina 39