Oe heer van Vlimmeren is het hiermede niet eens. Vragen voor de raad moeten z.i., belangrijk of niet,
in de raad kofeen.
De voorzitter adviseert erbij te zetten dat antwoord verwacht wordt van burgemeester en wethouders
of van de burgemeester.
Oe heer van Vlimmeren vraagt hierop of de vragen over de vlasstichting gesteld zijn aan de Raad of aan
burgemeester en wethouders. De voorzitter deelt mede dat één vraag gericht is aan burgemeester en wet
houders en de andere aan de burgemeester. Oe bedoeling is volkomen duidelijk n.l. om in de raad behan
deld te worden.
De heer van Vlimmeren is van mening dat de kommissie en het kollege van burgemeester en wethouders,
voor zover hij nu kan oordelen, een grote fout hebben begaan bij de toewijzing van gemeente-woningen.
Als hij nagaat dat een gezin in een krot woont en geen huis toegewezen is en aan andere, enkele maanden
gehuwd of nog moeten trouwen, wel.
De voorzitter zegt dat de woonruimteverdeling een zaak is van B. eb W.; de heer van Vlimmeren is ove
rigens niet goed ingelicht. Er is wel een woning toegewezen maar deze is geweigerd.
De heer van Vlimmeren meent dat betrokkene hier recht op een huis had.
De voorzitter zegt dat aanvrager noch zijn vrouw bezwaar hadden tegen een huis te Noordhoek en merkt
voorts op dat het één gemeente is. Het kollege, en niet de aanvrager maakt uit welk huis zal worden
toegewezen. De man a is geen haar op zijn hoofd gekrenkt, al voelt hij zich nu tekort gedaan.
Oe heer van Vlimmeren zegt dat onrecht gedaan is, dat een caféhouder, die woont, een huis krijgt;
iemand die trouwt, laat zich op de lijst zetten en krijgt een huis. De voorzitter merkt-op dat de heer
van Vlimmeren niet weet welke motieven hiertoe geleid hebben; er wordt naar beste weten gehandeld;
hij ontkent onrecht voor deze man.
De heer van Tilburg vraagt of er een kommissie gezinszorg is. De voorzitter antwoordt, dat er
geen gemeentelijke kommissie is.
Vervolgens vraagt d8 heer van Tilburg of er al iets bekend is omtrent het rijkssubsidie aan Cultu
reel Centrum. De voorzitter zegt dat hij nog geen definitief bericht heeft ontvangen, maar wel verwacht
dat het in orde zal komen. Als het Rijk zijn standpunt heeft bepaald, zullen burgemeester en wethouders
met een voorstel komen.
De heer van Tilburg herinnert de voorzitter eraan dat deze een overzicht van eventuele tekorten heeft
toegezegd. De voorzitter zegt dat in de agenda alle financiële verslagen te zien zullen zijn.
De heer van Tilburg zegt dat de voorzitter uitdrukkelijk heeft verklaard dat volledige inlichtingen
omtrent de vlasstichting verstrekt zullen worden en nu geduld moet beoefend worden voor een volgende
raadsvergadering. Oe voorzitter hoopt de volgende vergadering meer te kunnen zeggen.
De heer van Vlimmeren wil in aanvulling op het antwoord van de heer van Tilburg omtrent het Cul
tureel Centrum nog zeggen dat naar buiten is gebracht, dat het Centrum 30.000,- tekort had. Als alles
is uitgespeeld enin goede banen verloopt en het rijkssubsidie zal zijn ontvangen, zijn die 30.000,—
die naar buiten moesten, van de baan.
De voorzitter zegt dat deze 30.000,-- echt niet uit de lucht zijn gegrepen. Dit was een schatting
van het accountantsbureau. De raad zal ongetwijfeld alle stukken te zien krijgen. Als alles zo gunstig
mogelijk verloopt zal het tekort rond 10.000,— zijn.
16. Sluiting.
Niets meer te behandelen ziinde. ^nit Hs voorzitter de vergadering met het voorgeschreven (jebed.
De voorzitter,
De wethouder,
Toewijzing woningen.
Gezinszorg.
Cultureel Centrum
Vlasstichtino.
Cultureel Centrum