-8-
De heer van Vlimmeren zegt dat zo juist gezien te hebben met de rekening-
koerant-overeenkomst; u zegt het mag niet en zodoende stel ik deze vraag.
De voorzitter kan deze vraag volmondig met "neen" beantwoorden.
De heer Deijkers zegt niets meer. te zullen vragen, aangezien dit nu toch
niet mag op advies van de Commissaris der Koningin; hij zal zijn vragen
bewaren.
Cultureel Centrum (2)
De hoer de Vit zegt, dat burgemeester en wethouders er 5 jaar lang
op hebben aangedrongen, dat het bestuur van het Centrum de nodige stukken
zou overleggen. Dit is nu gebeurd. Het is het bestuur van het Centrum, dat
de nodige stukken moet overleggen.
De heer van Vlimmeren zegt: er is een tekort en de voorzitter heeft gezegd
dat wij die stukken zullen zien. De voorzitter antwoordt dat wanneer er
een voorziening getroffen moet worden, een overzicht daarvan overgelegd
zal worden. De heer van Vlimmeren zegt het graag te zullen zien; er is
fout gedaan en nogeens fout gedaan; door wie is de fout begaan? De voor
zitter zegu dat alle stukken die hierover ontvangen zijn daarbij gevoegd
zullen worden.
De heer de Wit zegt, dat h~t Cultureel Centrum onder drang van het Kolle
ge van burgemeester en wethouders het rijkssubsidie heeft aangevraagd.
Mevr. Hoppenbrouwers deelt mede, dat het rijkssubsidie over 1961 op 24
febr. 1964 xs aangevraagd.
De heer van Vlimmeren vraagt wie de schuldige is; het bestuur van het Cen-
J~e,rX00v?d^er s"h®!"hhet Kollege van burgemeester en wethouder.
De heer van Vlimmeren zegt dat wanneer iemand op de gemeente de gehele
dag gewerkt heeft en getergd is en daarbij dit werk des avonds geheel gra-
ikShet"r hX^ Z1Ch b8St V°°r kan stellen dat ë^zegd wordt: "nu verdom
sti]^MZvp^eL+rrogï parlementair te blijven; het staat duidelijk in de
stukken van het Centrum waarop het geschort heeft.
20. Sluiting.
met hItevoo?IoIchlevlnaglbed? zi;jnde' sluit de voorzitter de vergadering
De Voorzitter,
De
uder