-6- tegengevallen, het is verder dan 75 m. De heer Kouters zegt, dat nog ni^t alle aan te sluiten woningen zijn voor zien, terwijl de bewoners toch altijd thuis waren en niet weg zijn geweest. De voorzitter zal hierop de aandacht vestigen en trachten te bewerkstelli gen, dat een en ander omtrent de gasvoorziening te Noordhoek op korte ter mijn tot oplossing wordt gebracht. Verkabeling electrisch net te Noordhoek. De heer van der Horst vraagt hoe het staat met de verkabeling van het electrisch net te Noordhoek. De voorzitter zegt, dat er een stuk bovengronds net tussen de 2 kerkdor pen blijft. De heer Kouters is van mening, dat het plan precies is uitge voerd zoals het is vastgesteld; begonnen is bij de heer M. Roks. De heer van der Horst merkt op, dat dan de Noordhoeksedijk bovengronds blijft en de Buitendijk waar vrijwel geen huizen staat van kabel zou wor den voorzien. De voorzitter zegt de verdere verkabeling van het electrisch net met de PNEM te willen opnemen. Bestemming grond achter de schuurtjes van de nieuw gebouwde 18 woningen. De heer van Tilburg vraagt wat er gebeurt met de grond die vlak achter de schuurtjes van de nieuw gebouwde woningen is gelegen. De voorzitter zegt nog niet te weten in hoeverre deze grond in het woningbedrijf wordt inge bracht. Hij vindt het een ideaal speelplaats je voor de kinderen uit de buurt. De heer van Tilburg vraagt of er nog van de tuintjes af gaat. De voorzitter zegt, dat alleen van het laatste tuintje op één na wat afgaat; het zit daar moeilijk. Vlasstichting. De heer van Vlimmeren zegt zo juist bij een paar puntjes te zijn af gehaakt; mocht niet over worden gesproken, maar meent er toch wel iets van te mogen vragen. De voorzitt-r vraagt of het ov.r de vlasstichting gaat; in de vorige ver gadering is bij de rondvraag dit gecoupeerd op verzoek van de Commissaris der Koningin totdat deze kwestie aan een afsluiting toe is. Zo gauw het Kollege acht dat de tijd daartoe gekomen is, zal opening van zaken gege ven worden; intussen blijft het verzoek van de Commissaris der Koningin onverminderd gelden. De heer van Vlimmeren wil er zich bij neer leggen, dat de vragen die de vo rige maal gesteld zijn op verzoek van de Commissaris der Koningin niet be antwoord worden. De heer Deijkers merkt op, dat in de vorige vergadering gezegd is, dat in de eerstvolgende vergadering daarover gepraat kan worden. De voorzitter zegt dat het Kollege ongetwijfeld met een nota zal komen en herhaalt zijn dringend verzoek. De heer van Vlimmeren vraagt vervolgens of de gestelde vragen gericht zijn tot of gestuurd aan de Raad. De voorzittér antwoordt dat 1 stel vragen aan burgemeester en wethouders en 1 stel aan de voorzitter is gericht. De heer van Vlimmeren zegt, dat iets dat gevraagd is aan burgemeester en wethou ders niet in de raad behoeft te komen; willen de vragenstellers dit? De voorzitter zegt dat zij ingezonden zijn naar aanleiding van het gestelde in de agenda: het is van belang eventuele vragen zoveel mogelijk schrifte lijk in te dienen; het gaat niet ov^r het geadresseerd zijn, de vragen zijn bedoeld voor de raad. De heer van Vlimmeren kan hot zo niet zien.

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1964 | | pagina 19