Verder zegt deheer van Tilburg, dat de toneelvereniging Vios destijds
een subsidie heeft aangevraagd en inzage van de kasbescheiden heeft gege
ven.Van het R.K. Sociaal en Cultureel Centrum werd over het jaar 1962 een
subsidie van 50,ontvangen, over 1963 niets. Ook thans ziet hij op de
begroting geen subsidie voor deze vereniging geraamd.
De voorzitter zegt, dat dit inderdaad over het hoofd moet zijn gezien en
vraagt of de heer van Tilburg er genoegen mede kan nemen, dat deze subsi
die-aangelegenheid in een volgende raadsvergadering aan de orde wordt
gesteld.
De heer van Tilburg stemt hiermede in en vraagt vervolgens waarom van het
R.K. Sociaal en Cultureel Centrum nog geen overzicht van de tekorten is
ontvangen, hoe groot deze tekorten zijn en wie hiervoor de verantwoording
draagt.
De voorzitter deelt mede, dat de zaak is opgesteld tot en met 31 augustus
1963; maar burgemeester en wethouders willen het graag tot en met 31 de
cember 1963 hebben; dit is nog niet klaar. Er zijn tekorten en grote,
naar raming 30.000,Zodra de opstelling van de tekorten er is, zal
hierover uitvoerig mededeling worden gedaan. Wie hier de verantwoording
voor draagt is duidelijk n.l. het bestuur. Er is een bespreking gevoerd
met een Commissie van goede diensten uit het bestuur. Burgemeester en
wethouders vragen zich evenwel af of ieder bestuurslid wel de hele situa
tie gekend heeft.
De heer Deijkers informeert of het R.K. Sociaal Cultureel Centrum regel-
matig zijn subsidies krijgt als voorheen en waar deze tekorten dan vandaan
komen, en of het waar is dat de gezinsverzorgsters ontslag nemen, omdat
zij geen salaris krijgen.
De voorzitter zegt, dat z.i. met de gezinszorg en gezinshulp er niets aan
de hand is. Burgemeester en wethouders hebben echt even het mes op de
keel gezet; er komt nu ook een begroting. Als er maar 200,beschik
baar is kan er geen 300,— uitgegeven worden, men kan niet boven ziin
stand leven.
De heer Deijkers vraagt of de voorzitter denkt dat dit nog terecht komt.
De voorzitter markt op dat, zodra burgemeester en wethouders precies we
ten hoe de zaak gelegen is, hierover een oordeel kan worden gevormd. Er
is destijds een rapport over het opbouwwerk opgesteld, dat niet zonder
meer de goedkeuring van het bestuur kon wegdragen. Burgemeester en wethouders
betalen niets meer voordat dit rapport in zee is; zij hebben als voorwaar
de gesteld, dat Rijkssubsidie aangevraagd moet worden.
De heer Deijkers meent, dat deze subsidie nog niet verloren is. De voor
zitter betwijfelt dit;ook hiervoor is het bestuur verantwoordelijk.
De heer Deijkers vraagt of er dan toch nalatigheid is, er moet iets niet
kloppen.De heer van Tilburg zegt versteld te staan.
De heer de Wit zegt, dat burgemeester en wethouders nu de begroting nog
goedkeuren, de volgende keer niet meer, tenzij het bestuur waarborgen
stelt dat dit niet meer voorkomt; hij ziet niet anders in, dan dat daarbij
de secretaris zal verdwijnen.
De heer van Tilburg vraagt of het verantwoord is nog zoveel geld uit de
kas ter beschikking te stellen.
De heer de Wit deelt mede dat om de gezinszorg niet onmogelijk te maken,
waarmede veel geschermd wordt, de subsidies voor de gezinszorg nog zijn
uitbetaald. Hij zou willen voorstellen aan het Centrum te vragen, welke
waarborgen het kan geven, dat zoiets niet meer zal gebeuren.
De heer van Vlimmeren zegt, dat men er vanuit moet gaan dat het bestuur
fout is en welke waarborgen zou men dan moeten geven.
De heer de Wit vraagt welke andere waarborgen men zou moeten geven, dat
iets dergelijks niet meer voor zal komen, dan dat de secretaris verdwijnt.
De heer van Vlimmeren verwijt de heer de Wit, dat dit diens opzet is en
zegt dat deze meer van die dingen heeft die niet door de beugel kunnen.