-5- Bij haar schrijven van 11 juni 1963 geeft de inspectrice van het lager-onderwi js in de inspeótie Roosendaal be Roosendaal in overweging een bedrag van 870,-- te voteren teneinde hiermede het schoolbestuur in staat te stellen het gevraagde aan te schaffen. Onder aanbieding van een daartoestrekkend concept-besluit stellen burgemeester en wethouders voor de gevraagde medewerking te verlenen. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 11. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN V/ETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN EEN VERPLAATSTNGSKOSTENBESLUIT VOOR ONDERV/IJZEHD PERSONEEL. INGAANDE 1 JULI 1963. In artikel 33, lid 1 van de Lager-Onderwijswet 1920 is onder meer bepaald, dat de gemeenteraad onder goedkeuring van gedeputeerde staten een regeling kan treffen tot het verlenen van een tegemoet koming aan de onderwijzers in de door hen te maken noodzakelijke kosten, voortvloeiende uit een verandering van standplaats. Ten behoeve van de onderwijzers bij het bijzonder lager onder wijs kan een overeenkomstige regeling worden getroffen. Dit brengt voor de schoolbesturen het voordeel mede, dat de kosten rechtstreeks voor rekening van de gemeente worden genomen en dat de uitkering niet gaat ten koste van het onderwijs zelve. De door de schoolbesturen krachtens art.89, 5e lid der Lager- Onderwi jswet 1920 verleende tegemoetkoming moest immers worden gerekend tot de kosten van de school, bedoeld in art. 101 1e lid- dier wet. Het is bovendien zaak in een vacature de beste kracht te krijger. In de concept-regeling hebben burgemeester en wethouders^ er zich toe bepaald de regeling die het rijk voor de burgerlijke en militaire landsdienaren heeft getroffen van overeenkomstige toepassing te verklaren op de onderwijzers bij het bijzonder gewoon en voortgezet gewoon lager onderwijs in de gemeente. De rijksregeling is laatstelijk vastgesteld bij Kon.Besluit van 16 april 1962 (Stbl.150), het z.g. Verplaatsingskostenbesluit 1962. De uitvoeringsbepalingen van dit besluit zijn neergelegd in de Verplaatsingskostenbeschikking 1962 (Ned.Str.22/662 nr.119). Opgemerkt wordt dat de regeling niet kan gelden voor vak leerkrachten. Onder aanbieding van een betreffend concept-besluit stellen burgemeester en wethouders voor tot vaststelling van de "Regeling verplaatsingskosten onderwijzend personeel". Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 12. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT' BENOEMING VAN LEDEN DER KOMMISSIES TOT UERING VAN SCHOOLVERZUIM. De Heren L.J.A. Withagen, Oude-Kerkstraat 32 en C. van der Ven, St. Janstraat 2A, alhier, bij raadsbesluit van 2 april 1963 benoemd tot leden van de Kommissie I tot wering van schoolverzuim en de Heer Th.A.J. van Osta, Bisschop Hopmansstraat 7, alhier, bij^ raadsbesluit van 2 april 1963 benoemd tot lid van de Kommissie II tot wering van schoolverzuim, zulks voor het tijdvak 1 juli 1962 tot en met 30 juni 1965, hebben bij schrijven van april 1963 medegedeeld deze benoeming niet aan te nemen. De Heer van Osta om reden van zijn benoeming als hoofd ener school te Bergen op Zoom en zijn vertrek uit deze gemeente per 1 sept. a.s. Burgemeester en wethouders stellen voor tot benoe ming van nieuwe leden over te gaan.

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1963 | | pagina 22