Notulen van de openbare vergadering van de raad van de
gemeente Standdaarbuiten, gehouden op maandag 3 september 1962,
des namiddags 7.30 uur ten gemeentehuize van Standdaarbuiten.
VOORZITTER J.J.A.van de Riet, burgemeester-secretaris
AANWEZIG MevrA.P.JHilkhuijsen-Koevoets en de heren
C.F.Deijkers, J.Kop, R.J.C.van Vlimmeren, J.
van Tilburg, C.J.Kouters en C. Th.-J.de Wit.
OPENING
De VOORZITTER opent de vergadering met'het voorgeschreven
gebed. Het lot, door de voorzitter getrokken, wijst de heer C.J.
Kouters aan om bij voorkomende gelegenheden het eerst te stemmen.
2. NOTULEN
De notulen van de vergadering van 17 juli 1962, welke aan de
leden in concept zijn toegezonden, worden zonder hoofdelijke stem
ming, ongewijzigd vastgesteld
3. INGEKOMEN STUKKEN
De VOORZITTER doet mededeling van de volgende ingekomen
stukken
a. besluit van heren Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van
11 augustus 1962, G nr.29360 tot goedkeuring van het raads
besluit van 29 juni 1962 tot onderhandse aanbesteding aan de
Fa.Gebrs.Geleijns te Zevenbergen van de bouw van 18 woning
wetwoningen incl.13 M' tuinmuur voor in totaal 264.741,-.
b. besluiten van heren Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
van 14 augustus 1962 G nr.32528 t/m 32531 tot goedkeuring
van de 10e t/m 13e wijziging van de begroting 1961 en,be
sluiten van 29 augustus 1962 G nr.32952 en 33826 tot goed
keuring van de 14e en 17e wijziging van de begroting 1961.
c. rapport van 20 juli 1962, uitgebracht door het Centraal
Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen der Vereniging
van Nederlandse Gemeenten te 's-Gravenhagebetreffende de
controle van kas en boeken van de gemeente-ontvanger over het
tweede kwartaal 1962.
d. idem, betreffende de controle van de administratie van het
gemeentelijk woningbedrijf.
Op voorstel van de VOORZITTER wordt, zonder hoofdelijke
stemming besloten deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
4VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN DE
VERORDENING OP DE HEFFING VAN OPCENTEN OP DE HOOFDSOM VAN DE PER-
SONELE BELASTING 196 5/1964
Burgemeester en wethouders stellen voor de gemeentelijke
opcenten op de personele belasting voor het belastingjaar 1963/1964
vast te stellen op 150, hetgeen gelijk is aan voorafgaande jaren.
Zoals bekend is de heffing van opcenten op de personele belasting
formeel niet aan een grens gebonden. Algemeen wordt als maximum voor
door de provincie en de gemeente samen te heffen opcenten 200 aange
houden. Er is van uitgegaan dat het aantal opcenten door de provincie
over genoemd belastingjaar te heffen weer 50 zal bedragen.
l fj et voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder
nooi(lelijke stemming aangenomen.