- 5 - Naar de meerderheid van het college van burgemeester en wet houders meent, is de woning door het aanbrengen van verbeteringen wel in bewoonbare staat te brengen, temeer daar de eigenaar binnen afzienbare tijd veel afbraakmateriaal van een boerderij ter beschikking zal krijgen, welk materiaal hij wil bezigen voor de onderhavige woning. Bij meerderheid van stemmen hebben burgemeester en wethouders besloten de Raad voor te stellen de woning niet onbewoonbaar te verklaren. De VOORZITTER deelt mede, dat intussen de wethouders van ziens wijze zijn veranderd omdat de eigenaar van de woning geen prijs meer stelt op het behoud van de woning. Wethouder DE WIT i de eigenaar ziet van herstel van de woning af en deze is derhalve onbewoonbaar. De heer KOP stelt de vraag of we niet meer achteruit dan vooruit gaan, zijns inziens behoort deze woning tot de slechtsten in de gemeente De heer DEIJKEHS constateert, dat de wethouders dus van hun voornemen om deze woning niet onbewoonbaar te doen verklaren hebben afgezien. De heer KOUTERS i het lag in de bedoeling van de eigenaar de woning te herstellen van afkomend materiaal van de woning van de boerderij, welke hij bewoont. Hiervan heeft hij echter afgezien De heer KOP verklaart dat herstel van de woning niet mogelijk geweest zou zijn. De VOORZITTER brengt naar voren, dat het voor hem niet duide lijk is, dat de meerderheid van het college van burgemeester en wethouders het advies van de Inspecteur der Volksgezondheid niet heeft opgevolgd. De heer DE WIT, wethouder, vindt dat voor iemand, die het wil doen, herstel wel mogelijk is. In de oude woning van de boerderij zitten voldoende materialen, welke gebruikt kunnen worden. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS stellen - in afwijking van het door hen gedaan voorstel - nu voor om wel tot onbewoonbaarverklaring van de woning, plaatselijk gemerkt Molendijk 21, over te gaan. Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VERLENEN VAN EEN JAARLIJKSE SUBSIDIE UIT DE GEMEENTEKAS AAN DE STICHTING NEDER LANDSE FEDERATIE VOOR BEJAARDENZORG. Bij schrijven van mei 1962 wendt het bestuur van de Stichting Nederlandse Eederatie voor Bejaardenzorg zich tot de raad met het verzoek een jaarlijkse bijdrage uit de gemeentekas toe te kennen. Het doel van deze Stichting is op te treden als het nationaal overkoepelend overleg- studie en adviesorgaan van het kerkelijk en particulier initiatief op het terrein van de bejaardenzorg, alsmede als gesprekspartner van de overheid op dit gebied. Achttien landelijke organisaties werken in deze Eederatie ge zamenlijk aan de bevordering van het welzijn der bejaarden in Nederland, bijgestaan door verschillende adviseurs. Burgemeester en wethouders zijn van mening dat de instandhouding en bevorder ing van deze Stichting het algemeen belang dient en adviseren daarom een jaarlijkse bijdrage toe te kennen van 25,- ingaande het dienstjaar 1962. Er komen zoveel subsidieaanvragen, dat dit voorstel van burge meester en wethouders zeker als een uitzonderingsvoorstel gezien mag worden, aldus de VOORZITTER. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1962 | | pagina 24