4 1 - 2 - 5. VOORSTEL VJffl BURGEMEESTER ER WETHOUDERS TOT ONBEWOONBAARVER KLARING VAN DE WONING OUDE-KERKSTRAAT 71 Door de dienst BOUWTOEZICHT WEST-BRABANT is een onderzoek ingesteld naar de woning Oude-Kerkstraat 71kadastraal bekend gemeente Standdaarbuiten, sectie D 343 en 447. Het betreft hier een twee-vertrekswoningwaarvan de slaap- ruimte onvoldoende wordt geacht, mede in verband met het feit, dat de zolder en bedsteden daarvoor ongeschikt zijn. Verder zijn de muren gescheurd en verzakt, riolering ontbreekt en de gehele woning is vochtig. De waarnemend Inspecteur der Volks gezondheid te 's-Hertogenbosch heeft de woning onderzocht en op 25 april j.l.heeft hij onder nr0245748/Mr advies uitgebracht. Hieruit blijkt, dat deze functionaris eveneens van mening is, dat de woning ongeschikt ter bewoning is te achten en door het aanbrengen van verbeteringen niet meer in bewoonbare staat is te brengen. Hij adviseert de woning onbewoonbaar te verklaren, voornamelijk omdat zij vochtig en versleten is. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS stellen voor hiertoe over te gaan. Aangezien de hoofdbewoner gedurende de twee onmiddellijk vooraf gaande jaren tevens eigenaar der woning is, kan voor wat de ontruiming betreft, gebruik worden gemaakt van het bepaalde in de 2e zin van het derde lid van artikel 25 der woningwet, zodat behoudens nadere beslissing, ontruiming niet behoeft plaats te vinden. De heer KOP merkt op, dat deze woning al wel 20 jaren totaal versleten is. De VOORZITTER herinnert eraan, dat voor krotopruiming bouw volume voor nieuwe woningwetwoningen beschikbaar wordt gesteld. Het voorstel van BURGEMEESTER EM WETHOUDERS wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 6. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT ONBEWOONBAARVER KLARING VAN DE WONING OUDE-KERKSTRAAT 15. Door de dienst BOUWTOEZICHT WEST-BRABANT is een onderzoek ingesteld naar de woning Oude-Kerkstraat 15. Het betreft hier een twee-vertrekswoning, waarvan de omtrek muren niet waterdicht zijn, terwijl de kozijnen, ramen en deuren versleten zijn. Verder is in de woning onvoldoende slaapruimte aanwezig. De sanitaire voorziening en riolering zijn onvoldoende. Op 16 april 1962 is de onderhavige woning vanwege de waar nemend Inspecteur der Volksgezondheid onderzocht, die zijn advies onder nr0425750/Mr op 25 april 1962 heeft doen toekomen. Deze functionaris is eveneens van mening, dat de woning onge schikt ter bewoning is te achten en door het aanbrengen van verbeteringen niet meer in bewoonbare staat is te brengen. Hij adviseert de woning onbewoonbaar te verklaren,voornamelijk om dat zij versleten en verzakt is. De VOORZITTER deelt mede, dat de wethouders van zienswijze zijn veranderd en op hun aanvankelijk gedaan voorstel om tot onbewoonbaarverklaring over te gaan, zijn teruggekomen. Zij zijn thans van oordeel, dat deze woning niet onbewoonbaar ver klaard dient te worden. Persoonlijk schaart hij zich achter BOUWTOEZICHT WEST-BRABANT en de waarnemend Inspecteur der Volks gezondheid; hij wil hier niet beter weten dan deze twee des kundige instanties. De wethouders zijn van een ander gevoelen. De heer DE WIT i Ik wil het niet beter weten, ma&r naar mijn oordeel kunnen wij - gezien de woningnood - ons de weelde niet veroorloven een dergelijke woning onbewoonbaar te verklaren; deze woning is door ons bezichtigd en staat niet op dat lage niveau van die woningen, welke tot heden onbewoonbaar verklaard zijn.

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1962 | | pagina 21