O
- 12 -
Achteraf bezien was het destijds beter geweest een ambtenaar enkel het
ontvangersschap op te dragen. Men moet deze zaak reëel en goed willen
zien. Het waarnemend-secretarisschap beweegt zich op speciaal terrein. De
vraag is of de ontvanger waarnemend secretaris kan zijn. Volgens mij is
dit in strijd met de wet. Ik vind het jammer dat deze zaak op het ogenblik
ter sprake wordt gebracht.
De heer KOP ik ben er in 1958 ook medegekomen; het betreft een ambte
naar, die 30 jaar lang als eerste ambtenaar is doorgegaan. Wanneer men blijft
vechten, krijgen we nooit meer een goede verstandhouding, en ik zou die
graag terugzien; is er iets in het voorstel van burgemeester en wethouders
dat de commies ter secretarie tevens ontvanger degradeert?
De VOORZITTER geen kwestie van degradatie, dit is zeer zeker de
bedoeling van burgemeester en wethouders niet geweest. Wegens cumulatie van
betrekkingen wordt een korting van 30$ op de wedde van commies toegepast.
De heer VAN TILBURG: ik had hetzelfde vermoeden van degradatie als de
heer Kop.
De VOORZITTER wethouder de WIT kan er dit ook niet in zien.
De heer DE WIT: deze aangelegenheid is breedvoerig besproken in het
college van burgemeester en wethouders. De functies van commies zijn gelijk
waardig met dezelfde salariëring, behoudens dat wegens combinatie van
betrekkingen hier 30$ op gekort wordt voor de commies tevens gemeente-ontvanger
en ik geloof dat ook thans even als voorheen hiervan niet is afgeweken.
Altijd blijft een zekere mate van samenwerking gewenst, zodat de werkzaam
heden der gemeenteadministratie normaal door kunnen gaan. Dat de een met de
werkzaamheden boven de ander staat, komt voor.
De VOORZITTER: dat behoeft de samenwerking niet in de weg te staan.
De heer KOP merkt op, dat een raadslid toch zijn zienswijze naar voren
mag brengen.
De VOORZITTER in het voorstel van burgemeester en wethouders mag men
geen kwestie van degradatie zien.
Hierop wordt het voorstel van burgemeester en wethouderszonder hoofde
lijke stemming, aangenomen.
V00R3TEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT ONDERHANDSE AANBESTEDING VER
LENGING RIOLERING TE N00RDH0EK.
Bij raadsbesluit van 5 oktober 1961 is besloten tot verlenging van de
riolering te Noordhoek en tot het maken van een nieuwe uitmonding hierop,
zulks ter voldoening aan de beschikking van het Waterschap "De Striene" van
4 maart 1960 V nr.101, waarbij ontheffing werd verleend van het verbod ge
steld bij art.4, sub 1b van de Verordening betreffende de waterhuishouding
voor de provincie Noord-Brabant.
De 8e wijziging van de begroting voor 1961, waarbij een krediet voor
dit werk werd beschikbaar gesteld, is door heren Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant goedgekeurd bij besluit van 6 december 1961 G nr.5582.
Mede op advies van de dienst Bouwtoezicht West-Brabant, die de directie
over het werk heeft, is aan een plaatselijke aannemer de heer W.van Boxel
een offerte gevraagd voor het werk. De heer van Boxel wenst dit werk aan te
nemen voor 9.685,- welk bedrag nog even onder het begrotingscijfer ligt.
Ook de op de staat van verrekenbare hoeveelheden opgegeven eenheidsprijzen
zijn zeer redelijk.
Nu verwacht mag worden dat noch bij een openbare, noch bij een onder
handse inschrijving een voordeliger aanbieding te verwachten is, stellen
burgemeester en wethouders voor het werk onderhands aan te besteden aan de
heer W.van Boxel, voornoemd. Nog opgemerkt wordt, dat de zekerheid bestaat,
dat direct na de gunning met de werkzaamheden zal kunnen worden begonnen,
terwijl de aannemer overigens als zeer solide bekend staat.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.