I
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT 3e WIJZIGING VAN DE SALARIS
VERORDENING 1960.
In aansluiting op hun rondschrijven inzake de herziening van de be-
zoldigingsnormen voor de secretarissen en ontvangers der gemeenten met
ingang van 1 januari 1959 en 1 april 1960 hebben de gedeputeerde staten
bij hun circulaire van 6 december 1961 G.nr.10784He afd., medegedeeld
dat deze herziening het mogelijk maakt met ingang van 1 juli 1961 de maxi
male normen voor de 1e ambtenaar ter secretarie te verhogen, terwijl tegen
het verlenen van verder terugwerkende kracht dan 1 juli 1961 geen overwegend
bezwaar bestaat.
In artikel I van het concept-besluit hebben burgemeester en wethouders
deze verhoging neergelegd.
Aangezien het salaris van de commies-ontvanger als commies is afgeleid
van het salaris van de commies, worden in art.II ook voor deze function-
naris de normen naar evenredigheid verhoogd; deze norm bedraagt 70$ van
het salaris van de commies.
Deze wijziging wordt voorts aangegrepen om de aan de wegwerker-voorman
toegekende toelage voor het toezicht enz.op de riool-waterzuiveringsinstal
latie met ingang van 1 juli 1961 te brengen van 100,- op 150,- per
jaar, zulks in verband met de invoering van de vijfdaagse werkweek.
Verder heeft de huurophaler van het gemeentelijk woningbedrijf zich
bij schrijven van 27 september 1961 tot de raad gewend, erop wijzende,
dat zijn wedde als zodanig geen gelijke tred heeft gehouden met de toe
neming van zijn werkzaamheden. Naar de toestand per heden is hij belast
met het incasseren van de volgende gelden
huurpenningen van 107 woningwet-en noodwoningen
annuïteiten van 18 hypotheken
huurpenningen van 3 gemeentewoningen
staangeld van 1 patates-friteskraam (wekelijks)
huurpenningen van 35 gemeente-tuintjes (jaarlijks)
In 1962 zullen nog 8 woningwetwoningen worden bijgebouwd.
Burgemeester en wethouders menen dat een verhoging tot 1.000,- per
jaar billijk moet worden geacht; deze wedde is steeds gekoppeld geweest
aan die van de chef tevens boekhouder van het woningbedrijf, zodat zij
voorstellen ingaande 1 juli 1961 zowel de wedde van de huurophaler als die
van de chef tevens boekhouder van het woningbedrijf te brengen van 655»-
op 1.000,-. Deze wijziging is neergelegd in art.IV van het concept-besluit.
De VOORZITTER vraagt wie van de heren hierover het woord verlangt.
De heer KOP zegt dat in art.I der onderhavige salarisverordening het
salaris van de commies wordt geregeld en in art.II dat van de commies
tevens gemeente-ontvanger, daarbij rekening houdend met een korting van
30$. Volgens de toelichting is dit salaris van het salaris van de commies
afgeleid; ligt hierin een degradatie?
De VOORZITTER antwoordt, dat deze kwestie reeds in het college van
burgemeester en wethouders naar voren is gebracht. Het woordje "afgeleid"
moet niet misbruikt worden- het drukt in die verhouding een gelijke waardig
heid uit en er is geen sprake van een ondergeschiktheid.
De heer C.DEIJKERS Wie is eerste ambtenaar ter secretarie; het salaris
van de tweede ambtenaar is hieraan gelijk gesteld; de heer van Nispen doet
het werk van eerste ambtenaar.
De VOORZITTER indien we dit moeten gaan bepalen is dit niet in het
belang van de goede gang van zaken- laat het blijven, zoals deze combinatie
reeds jaren bestaat- ik weet heel goed waar de zaak wringt. Eerste ambtenaar
is degene die in werkelijkheid het werk doet; het werk van eerste ambtenaar
verricht op het ogenblik de heer van Nispen en hij is hiertoe beter in
staat.