- 8 -
a. De tot standkoming te bevorderen van een federatie der Europese
landen, te verzekeren van het geestelijk erfgoed hunner volken, ter
handhaving en ontplooing van de vrijheden en rechten hunner burgers,
ter bevordering van de welvaart en de sociale gerechtigheid en ter
bevordering van de glorie ener Wereldrechtsorde
b. Het Nederlandse Volk in deze zin voor te lichten en te activeren.
c. De in de kringen der Beweging omtrent de Europese eenwording levende
gedachten in internationaal verband te vertolken en bij de zuster
organisaties in andere landen heersende opvattingen in Nederland
kenbaar te maken, opdat de vorming van een gezamenlijk Europees
inzicht worde bevorderd.
Ofschoon burgemeester en wethouders het nut van deze Beweging niet
onderschatten en alle waardering hebben voor haar streven, moeten zij toch
voorstellen afwijzend op het verzoek te beschikken, gezien de financiële
positie van de gemeente.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
15 VOORHIEL VAN BURGEMEESTER EN WEIHOUDERS TOT 1e WIJZIGING VAN DE JTUDIE10E-
LA&EREGELING 1962.
Heren Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben bij schrijven van
29 november 1961, G.nr.9105 lie Afd.medegedeeld, dat met het raadsbesluit
van 10 november 1961, strekkende tot vaststelling van de studietoelage
regeling 1962 wordt ingestemd. Zij wijzen er echter op dat het gebruikelijk
is, dat'wanneer de loonbelasting ten laste der gemeente wordt genomen, zulks
ook het geval is met de premie AOW/AWW. Het verdient naar hun mening aan
beveling, dat art.3, lid 4, nog dienovereenkomstig wordt gewijzigd.Burgemeester
en wethouders stellen voor dienovereenkomstig te besluiten.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
16 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VERHOGING VAN DE STRAAL- EN
WEGGELDBELASTING TER VERKRIJGING VAN DEKKINGSMIDDELEN VOOR DE AANLEG VAN
RIOLERING EN BESTRATING VAN DE HAVENSTRAAT.
Naar aanleiding van het raadsbesluit van 15 september 1961 tot 5e
wijziging van de gemeentebegroting voor 1961, waarbij een crediet werd uit-
getrokken van 69.500,- voor de aanleg van een riolering, een parallelweg
met parkeerstrook en een parkeerterrein aan de Havenstraat hebben heren
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bij schrijven van 20 december 1961
G.nr.3796 Ille afd.medegedeeld, dat zij in principe geen bezwaar hebben tegen
deze plannen. Zij vestigen er echter de aandacht op dat, daar door de aanleg
van deze werken gronden bouwrijp worden gemaakt, de daaraan te besteden
kosten voor zoveel mogelijk geheel zullen moeten worden verhaald. Voordat
tot goedkeuring van het geraamde krediet wordt overgegaan, dienen zij te
weten op welke wijze verhaal zal plaats vinden.
In dit verband wijzen zij op de mogelijkheid om door middel van een
aanlegbelasting de kosten voor 100jo te verhalen, mits kan worden aangetoond
dat de opbrengst van de verschillende belastingen, welke steunen op art.280
der gemeentewet tesamen een billijke bijdrage vormen in de totale kosten van
de in dat wetsartikel genoemde voorzieningen. Ofschoon burgemeester en wet
houders in normale gevallen dit standpunt van de gedeputeerde staten volkomen
kunnen onderschrijven, moet voor dit project naar hun mening een ander stand
punt worden ingenomen, omdat de totale kosten van dit werk niet geacht kunnen
worden te zijn gemaakt uitsluitend ten bate van de 12 nieuwgebouwde woningen
aan de Havenstraat.Immers, de percelen zouden kunnen uitwegen rechtstreeks
op de provinciale weg Oude Molen-Oudenbosch, ware het niet, dat deze op
lossing bij de Provinciale Waterstaat op bezwaren zou stuiten.