IMJ®J¥5^#et van rat z.i .niei^iakdsedree^plusoprit "*aIn het vater-
In het raadsbesluit van 26 juli i960 nr. 1239 tot verkoop van grond
aan de nvAannemings-HandeIs en Transportbedrijf B.Smallegange te
ierenhout is de bepaling opgenomen dat de verkoop van een gedeelte van
het Haventje van Standdaarbuiten zal geschieden onder de bijzondere be
dingen, die het college van burgemeester en wethouders zullen nodig
achten of nuttig oordelen.
Heren Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben bij schrijven van
7 dec. I960 G.nr. 64477 afd. erop gewezen, dat zij een dergelijke
wijze van formulieren in het algemeen onjuist achten, omdat die bij
zondere bedingen zich daardoor aan hun beoordeling onttrekken. Nu de
gemaakte bijzondere bedingen een essentieël onderdeel uitmaken van de
overeenkomst en voorts omdat hetgeen met de nvSmallegange is overeen
gekomen in wezen neerkomt op de onderhandse aanbesteding van een ten-
behoeve van de gemeente uit te voeren werk, dringen Gedeputeerde Sta
ten erop aan, dat bovenvermeld raadsbesluit wordt aangevuld in die zin
dat alhetgeen essentieël tussen de gemeente en Smallegange wordt over
eengekomen daarin wordt vermeld, met name dus opname van de voorwaarde
dat koper zich verplicht voor de prijs van f. I5.5OO,— een gedeelte
van het Haventje te dempen en het talud op te hogen. Ook de afbakening
van het te verkopen perceel tenopzichte van het talud dient in het be
sluit te y/orden geregeld.
Daar verandert verder niets, aldus de VOORZITTER.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten:
I.het raadsbesluit van 26 juli i960 nr. 1239 in te trekken 5
II.aan B .Smallegange, aannemer wonende te Aerdenhout, Tramv/eg 13, te
verkopen een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente
Standdaarbuiten, sectie D. nr. 1666 ter grootte van 1100 m2, vor
mende een gedeelte van het Haventje van Standdaarbuiten, voor een
koopsom van f. 550,--
Een en ander onder de voorwaarden in het concept-besluit genoemd.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN_ WETHOUDERS TOT
IMPMILJMh. HET BEHEER en ONDERHOUD HET TOEPASSING VAN ART. 20 VA]
.S^WEGEUïïET _VAjf DE Z_. G .NIEUWLANDSEDREEF^ PHJS OPRIT Tnr: 14 EN 14a VAN
DE VEGEN LE GGERPER 1 A PR IL 19 6ÏA
BOVERDRACHT Va¥ HET BEHEER ÈN~ ORDE?HOUD MET TOEPASSING VAN ART.18a
SCHAP DE STRIENE PÉR 1 APRIL 19 6T."
Volgens de Wegenlegger van de gemeente Standdaarbuiten berust de
onderhoudsplicht van de Nieuwlandsedreefmet daarbij behorende oprit
bij de eigenaar van het perceel kadastraal bekend gemeente Standdaarbui
ten, sectie A.nr. 186, terwijl het beheer van de weg bij de gemeente
Standdaarbuiten berust. Bij schrijven van 17 maart i960 heeft het Da
gelijks Bestuur van het Waterschap "De Striene", medegedeeld, dat het
voornemens is het onderhoud over te nemen, onder voorbehoud echter dat
het beheer overgaat op het Waterschap.
In dit geval verdient het voorkeur, dat eerst de gemeente, met toe
passing van artikel 20 van de Wognnwet, onder goedkeuring van Gedepu
teerde Staten, het onderhoud van de weg ten laste der gemeente brengt,
en daarna dit onderhoud, op grond van art. 18a van de wegenwet, even
eens onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten, overdraagt aan het
waterschap. Bij brief van 2 nov. i960 G.nr. 640O8 Ie afd. hebben de
Gedeputeerde Staten aan het waterschap "De Striene" medegedeeld, dat
zij in beginsel geen bezwaar hebben tegen de overneming door genoemd
waterschap van het onderhoud van de weg met oprit en dat zij zich kun
nen verenigen met de opvatting dat door de onderhoudsplichtigen geen
vergoeding behoeft te worden betaald voor de bevrijding van onderhouds-
last
De VOORZITTER wijst erop, dat het onderhoud en het beheer van de
Nieuwlandsedreef dus uiteindelijk ten laste van het waterschap "De
Striene" zal komen, en dat zulks vlugger tot stand komt op de gevolgde
wijze, dan wanneer het beheer en onderhoud van een particulier eige
naar moet worden overgenomen, in welk geval koninklijke goedkeuring