- 9 -
In het algemeen verkeersbelang en uit welstandsoverwegingen wordt het
gewenst geacht voor deze rooilijnen een afstand van 100 m uit de as van de
rijksweg aan te houden. Mede gezien het duidelijk argrarisch karakter van
het gehele gemeentelijke grondgebied en de geringe bebouwing, welke thans
aan de iangeweg aanwezig is, zullen naar de mening van de Rijkswaterstaat
tegen een rooilijnafstand van 100 m geen overwegende bezwaren bestaan.
b.Ter plaatse van de kruising van de rijksweg met de Markdijk zal het
verkeer over deze dijk worden gevoerd door een binnendijks in de rijksweg
te maken onderdoorgang. De dijkweg zal ter plaatse van deze kruising voor
het verkeer worden afgesloten. Op de plantekening is op dit punt een ge
lijkvloerse wegkruising aangegeven.
c.Op de plantekening is de weg op de Buitendijk, gelegen nabij de noorde
lijke grens van de gemeente, rechtlijnig over Rijksweg nr.17 aangegeven.
Deze weg zal echter noordelijk van de rijksweg worden aangesloten op de
m de gemeente Klundert gelegen weg naar Noordhoek, alwaar de gelijkvloerse
kruising van beide genoemde wegen met de rijksweg zal plaats hebben.
Ten aanzien van het onder a vermelde menen burgemeester en wethouders
a m erdaad tegen een rooilijnafstand van 100 meter geen bezwaren bestaan,
doch dat in dat geval tevens aan beide zijden van de rijksweg een strook
van ongeveer 60 meter diep dient te worden aangegeven als gedeelte van het
landelijk gebied waarvoor de ontheffingsbepalingen niet van toepassing zijn.
Zij stellen daarom voor tot deze wijziging over te gaan aan de opmerkingen
onder b en c kan eveneens worden tegemoetgekomen door een wijziging van de
plantekening. Burgemeester en wethouders zijn voorts van oordeel dat het
aanbrengen van deze wijzigingen na het ter inzage leggen niet in strijd
is met enig artikel of met de strekking van de Woningwet, daar deze wijzi
gingen van ondergeschikte aard zijn en bovendien van de wijziging onkundig
zijnde derden daardoor niet kunnen worden benadeeld.
De raad kan zich met deze wijzigingen van het plan in hoofdzaak
verenigen.
Be zwaars chrift PASchne i j denberg
Adressant is eigenaar van het perceel, winkel-woonhuis c.a.staande
en gelegen aan de Havenstraat nr.17, kadastraal bekend sectie D nr. 1165.
Bij de bouw van dit pand in 1952 voorzag het toen geldende wederopbouwplan
in de aanleg van een weg met groenstroken over het zuidelijk nevenperceel
en de verdere ten zuiden van adressants eigendom gelegen percelen, waardoor
hij de ingang van het woonhuis heeft moeten projecteren in de gevel die
niet aan de Havenstraat staat, maar aan de toen geprojecteerde nieuwe weg.
Om die reden mocht ook zijn winkel slechts êên etalage aan de Havenstraat
hebben en moest de andere etalage in de zuidelijke gevel komen, zoals ook
zijn garage moest worden gebouwd met de deuren naar de geprojecteerde weg.
Door de thans voorgestelde wijziging is de gedaante en inrichting van zijn
pand m vele opzichten zinloos, zo niet onbruikbaar. Volgens het plan immers
is aan zijn perceel, de nevenpercelen en de andere aangrenzende percelen
teV-den daarvan een bestemming gegeven van bouwterrein voor vrijstaande
en dubbele woningen, waarbij nader is aangegeven dat de bebouwing moet
blijven op een afstand van 3 meter van de perceelsgrens en dat een over
schrijding van de rooilijn naar achteren toelaatbaar zal zijn tot maximaal
twee meter. Voorts doet het plan vermoeden dat de nieuwe rooilijn aan de
zijde van de Havenstraat verplaatst is in de richting van die straat, dus
m oostelijke richting en dat de Havenstraat een vrij aanzienlijke afstand
ZZttV6rdegd' eyeneens in oostelijke richting. Door een en ander zou het
inkelpand van adressant op een te grote afstand van die straat en boven-
vimL °°rde 0VeriSe bebouwing in een voor een winkel ongewenste situatie
-in Hp Zeer in het bijzonder ook voor wat betreft de etalage
m ae zuidelijke gevel.