- 5 - kwekerij van van Sprundel en de Oudlandsedijk. Van Sprundel wil dit perceelsgedeelte gebruiken als mestfermenteerplaatsAangezien de gemeen te bij dit perceel geen enkel belang heeft, terwijl het ook niet bij de Kreekdijk kan worden getrokken, is er naar de mening van burgemeester en wethouders tegen verhuur geen bezwaar. Zij stellen voor de huurprijs te bepalen op 9,--. per jaar. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van burgemeester en wethouders aangenomen (besluit nr., 1312). 8. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EU WETHOUDERS TOT AFWIJZING VAN HET VERZOEK VAR PIET BRABANTS CONSERVATORIUM TE TILBURG OU WIJZIGING VAN HET SUBSIDIE BESLUIT VAN 24 oktober 1958, nr.1927. Bij raadsbesluit van 24 oktober 1958, nr.1927aldus burgemeester en wethouders in hun voorstel, is aan het bestuur van het Brabants Conservatorium te Tilburg tot wederopzegging, te beginnen met het cursus jaar 1958/l959 een subsidie uit de gemeentekas verleend van 100,-. per jaar en per leerling uit de gemeente Standdaarbuiten die genoemde in stelling bezoekt. Het bestuur van het Conservatorium deelt bij brief van 22 augustus I960 mede, dat bij de huidige subsidieregeling nog een jaar lijks exploitatietekort is, hetwelk voor het cursusjaar 196o/l96l ge raamd is op 30.000,-. Het verzoekt dan ook de geldende subsidierege ling te willen omzetten in dier voege, dat een vast jaarlijks bedrag van 3 5 cent per inwoner wordt toegekend, waardoor de algemene basis wordt gevormd, en daarnaast een subsidie van 100,-. per leerling uit de ge meente, waarmede een meer rechtstreeks verband wordt gelegd tussen het belang dat de gemeente bij het Conservatorium heeft. Haar de mening van burgemeester en wethouders echter is het rechtstreeks belang dat de ge meente bij het bestaan van het Conservatorium heeft zo miniem dat een vast subsidiebedrag in de orde van grootte tussen 70,-. en 120,-. per jaar niet verantwoord is; .afgezien daarvan laat ook de budgettaire positie van de gemeente een ruimere bijdrage uit de gemeentekas bezwaar lijk toe. Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder hoofdelijke stemming het verzoek van het Brabants Conservatorium afgewezen. 9. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN DE VERGOE DING EX ARTIKEL 101 DER L A GE R-0 NBB RWIJSWE T 1920 VOOR DE BIJZONDERE SCHOLEN VOOR GEWOON LAGER ONDERWIJS EN VOORTGEZET GEWOON LAGER ONDERWIJS VOOR 1961. In hun voorstel wijzen burgemeester en wethouders erop, dat zij de schoolbesturen hebben verzocht te willen berichten hoe zij zich de ver goeding, bedoeld in artikel 101 van de Lager-Onderwijswet 1920 voor het jaar 1961 hebben gedacht. Uit de tot op 30 augustus I960 ingekomen ant woorden is gebleken dat het voor het jaar I960 toegekende bedrag ad 42,50 per leerling voor het gewoon lager onderwijs ook voor het jaar 1961 voldoende wordt geacht. Het bestuur van de R.-k. Meisjesschool voor v.g.l.o. meent echter dat voor het voortgezet gewoon lager onderwijs een bedrag van 60,-. per leerling noodzakelijk is, gezien de kleinere klassebezetting en de grotere uitgaven die dit onderwijs vordert. Ook burgemeester en wethouders zijn van mening dat een bedrag van 60,-. voor het v.g.l.o. niet onredelijk is. Zonder hoofdelijke stemming wordt dan besloten, het bedrag bedoeld in het vijfde lid van artikel 101 der Lager-Onderwijswet 1920, voor het jaar 1961 te bepalen op: 42,50 per leerling voor het bijzonder gewoon lager onderwijs en 60,-. per leerling voor het bijzonder voortgezet gewoon lager onder wijs. (Besluit nr.I6O9).

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1960 | | pagina 49