- 3 -
Hij kan zich heel goed voorstellen dat ér vanuit de haad een lans gebro
ken wordt voor de eigen mensen en hij kan zulks Wel waarderen; maar bij
burgemeester en wethouders staat de gedachte voorop dat een project uit
gevoerd moet kunnen worden.
De heer VAD TILBURG acht het systeem van de zgn. opzetten niet
eerlijk en spreekt in dit verband zelfs van knoeierijen.
De VOORZITTER wil niet spreken van knoeierijen, maar alleen van
gebruiken in de aannemerswereld; dat iemand die serieus werk maakt van
de inschrijving voor zijn moeite gehonoreerd wordt is in feite heel
normaal; doch uit het gebruik is misschien een misbruik voortgevloeid,
waar aannemers zonder zelf een berekening te maken aan een openbare aan
besteding deelnemen. Hij vindt het jammer dat hierover in het openbaar
iets gezegd moet worden, doch hij wil zich ton behoeve van de raad nader
oriënteren en het resultaat hiervan ter kennis brengen.
MevrHILKHUIJSEN-KOEVOETS deelt mede dat zij zich in principe kan
aansluiten bij het standpunt van de heer var. Tilburg; indien echter de
situatie is, zoals door de Voorzitter geschetst, kan zij volledig het
standpunt van burgemeester en wethouders delen.
Wellicht ten overvloede wijst de VOORZITTER erop, dat in dit
concreet geval moeilijk anders gehandeld had kunnen worden; de plannen
moesten binnen een termijn van 8 dagen besteksklaar gemaakt worden,
aanbesteed en administratief voorbereid.
De heer VAN TILBURG merkt op, dat hij uitdrukkelijk gesteld heeft
dat hij in dit geval met het voorstel van burgemeester en wethouders wil
meegaan, doch dat hij speciaal met het oog op de toekomst gesproken
heeft. Hij had zich echter geen denkbeeld kunnen vormen van de toestand
in de aannemerswereld. Indien deze inderdaad is zoals door de Voorzitter
naar voren gebracht, wil hij zijn mening direct herzien.
De heer de WIT voegt hieraan nog toe, dat de heer Bakker een aan
nemer is die met de moeilijkheden van de gemeente rekening houdt, en ook
kan houden, omdat hij niet bij een bond is aangesloten. Hij vraagt zich
echter af, of er nog meerdere van zulke aannemers zijn, en zo ja, of die
misschien ook niet in de gelegenheid gesteld kunnen worden in te schrij
ven. Tegen een openbare aanbesteding zonder meer is hij in ieder geval
bij de heersende gebruiken tegen.
De heer KOP vindt dat we het zwaarst moeten laten wegen wat inder
daad het zwaarst weegt; hij kan dus volledig met het beleid van burge
meester en wethouders instemmen.
De VOORZITTER geeft tenslotte de verzekering, dat het voor burge
meester en wethouders ook aangenamer zou zijn, indien zij konden komen
met een voorstel om de bouw van woningwetwoningen aan een plaatselijke
aannemer te gunnen. Waar echter in dit debat nog niet over gesproken is,
is de vraag of deze zelf hiervoor eventueel interesse zouden hebben.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten:
I. A.onder voorbehoud dat de van het rijk te vragen geldelijke steun
wordt verkregen voor de financiering van de stichting van gemeente
wege van 4 woningwetwoningen aan de Havenstraat, de volgende be
dragen beschikbaar te stellen:
1evoor het verkrijgen van bouwterrein (grondvoorschot) ten hoogste
2.045,- en
2e.voor de bouw van bovenbedoelde woningen (bouwvoorschotten
hoogste 58.573,90;
B.uit 's Rijks kas aan te vragen en te aanvaarden:
le.een zo hoog mogelijk grondvoorschot;
2eeen zo hoog mogelijk bouwvoorschot en
3eeen zo hoog mogelijke jaarlijkse bijdrage in de ongedekte jaar
lijkse kosten voortspruitend uit de normale exploitatie van deze
woningen (besluit nr.1610),.