- 2 -
Deze 4 woningen zijn geprojecteerd op een terrein aan de Haven
straat tussen de percelen plaatselijk gemerkt 15 en 17, welke grond nog
eigendom is van de provincie Noord-Brabant. Onder volgnummer 12 van deze
agenda is een voorstel om tot aankoop van dit bouwterrein over te gaan.
De heer VAN VLIMMEREN vraagt of deze toewijzing los staat van de
toewijzing van 2 woningwetwoningen van Complex IX, en voorts of er
zekerheid bestaat dat het bouwterrein van de provincie kan worden ge
kocht
De eerste vraag wordt door de VOORZITTER bevestigend beantwoord;
wat betreft de vraag of de provincie de grond aan de gemeente zal ver
kopen kan hij slechts zeggen dat hij gegronde hoop heeft dat deze trans
actie doorgang zal vinden. Omdat de plannen tijdig bij de Provinciale
Directie van de Volkshuisvesting en Bouwnijverheid ingezonden moeten
zijn, was langer uitstel echter niet verantwoord.
De heer VAN VLIMMEREN meent dat het Rijk zelf te lang getalmd
heeft met de vaststelling van de onteigeningsvergoedingen, zodat de
betrokkenen zelf te laat de vereiste maatregelen voor andere huisvesting
konden nemen.
Alhoewel de VOORZITTER toegeeft dat het Rijk in deze wellicht iets
vlugger had kunnen zijn, moet hij toch vaststellen dat er aan een ont
eigeningsprocedure wel een en ander vastzit. Overigens heeft hij, voor
zover hij zulks kan beoordelen, niets dan lof voor de wijze waarop de
vergoedingen zijn geregeld.
De heer DEIJKERS vraagt zich af of er op het bewuste perceel
inderdaad 4 woningen kunnen staan; ook dit blijkt mogelijk.
Op een vraag van MEVRHILKHUIJSEN-KOEVOETS hoe ver het staat met
de twee woningwetwoningen van complex IX verwijst de VOORZITTER haar
naar het zo juist bij punt 3 van deze agenda voorgelezen verdagingsbe-
sluit van de gedeputeerde staten; in dit verband merkt hij nog op dat
naar alle waarschijnlijkheid deze woningen niet aan de van-Liedekerke-
straat, doch aan de DrPoelsstraat zullen komen.
De heer VAN TILBURG wil in dit geval het voorstel tot onderhandse
aanbesteding van deze woningen niet bestrijden; toch zou hij gaarne
zien dat in de toekomst ook de plaatselijke aannemers middels een open
bare inschrijving een kans wordt gegund; indien hiermede geen rekening
wordt gehouden zal hij in het vervolg zijn goedkeuring aan onderhandse
aanbestedingen niet kunnen geven.
De VOORZITTER antwoordt de heer van Tilburg dat dit voorstel van
burgemeester en wethouders zeer conscentieus is overwogen. De ervaring
in andere gemeenten opgedaan met openbare aanbestedingen van woningwet
woningen heeft geleerd dat de realisering van een project dan practisch
geen kans heeft. Er zijn bepaalde praktijken in de aannemerswereld die
ons doen huiveren voor een openbare aanbesteding. Zouden wij b.v. na
openbare aanbesteding een prijs hebben die in geen enkel opzicht aan
vaardbaar is, dan heeft dit tot consequentie dat geen enkele aannemer,
buiten de laagste inschrijver, het werk mag accepteren, omdat het in dat
geval voor derden een zgn. "besmet" werk is. Wil de raad deze conse
quenties aanvaarden, dan zal hij de voorzitter echter niet aan zijn zijde
hebben; het gebruik van de zgn. "opzet" in de aannemerswereld is zeker
bij aanbesteding van woningwetwoningen funest
De heer VAN TILBURG blijft voorshands bij zijn standpunt dat in de
toekomst ook de plaatselijke aannemers een kans moeten krijgen; naar
zijn mening zijn het eerlijke en degelijke vaklieden, die op deze wiize
worden uitgeschakeld.
De VOORZITTER bevestigt uitdrukkelijk dat hij de eerlijkheid of
degelijkheid van de plaatselijke aannemers niet in het .geding heeft ge
bracht, integendeel. Ook hij kent de plaatselijke aannemers als zodanig.
Het gemeentebestuur moet echter overwegen of er een redelijke kans is
om na een openbare aanbesteding ook werkelijk tot gunning over te gaan