m voor zijn rekening wilt nemen. Hij geeft toe dat hij nalatig is geweest, temeer daar hij tevoren gewaarschuwd is. Architect Oomen zegt, dat hij zich teveel heeft laten leiden door de aannemer Buckenswel wilde hij weten, of, ingeval er palen onder het schoolgebouw gebracht moeten worden, deze ook voor zijn rekening komen. Hierover heb ik, aldus de VOORZITTER, mij niet uitgelaten; de billijkheid zal in acht moeten worden genomen. Hoever de voorbereidende werkzaamheden gevorderd zijn is de voorzitter niet bekend. De heer C.Th.J.de Wit, wethouder en tevens lid van het schoolbestuur zou hier misschien inlichtingen over kunnen geven. De heer C.Th.J.DE W.ET deelt mede, dat een dag of tien geleden een verzoek aan de architect is uitgegaan en dit was niet het eerste verzoek. De heer C.F.DEIJKERS vraagt of de acrhiect toch gewaarschuwd was De VOORZITTER; ja, doch deze beroept er zich op dat toen ter tijd geen voldoend ijzer te krijgen wasde fout schuilt bij het architecten bureau "Gebrs.Oomen" en bij niemand anders. Plaatsing verkeersborden. De heer R.J.C.VAN VDIMMEREN is het opg.evallen, dat er verkeers borden voor maximum-sneldheid zijn geplaatst, maar de plaatsen zijn naar zijn mening niet gunstig gekozen, vooral aan de Oud'e-Kerkstraat niet, en vraagt of dit bord niet verzet kan worden naar A.Roks; dit laatste stukje is erg gevaarlijk, 'De VOORZITTER wijst erop dat de bebouwde kom is aangegeven bij besluit van heren gedeputeerde staten en dat dezelfde bezwaren ook gelden voor de Oudendijk. De VOORZITTER is het er mede eens dat de situatie hier zeer gevaarlijk is en zegt dat men wel eens moppert waar om niet aan de dijk gebouwd mag worden, maar het grote voordeel bij bouwen in de kom der gemeente komt ook hier sterk naar voren. Alles is een gevolg van de ongelukkige lintbebouwing; lintbebouwing dient te verdwijnen. De heer C.F.DEIJKERS is van mening, dat het gemeentebestuur toch ontheffing k.n verlenen van het verbod om aan de dijk te houwen. De VOORZITTER wijst erop dat er een uitbreidingsplan is; gedeputeerde staten kunnen ontheffing verlenen krachtens artikel 20 van de Wederop- bouwwet De heer C.Th.J.de WIT informeert of er in de bebouwde kom ook nog een bouwverbod kan liggen. De VOORZITTER; zeer zeker. De aard van de bebouwing is ook in de bebouwde kom door het uitbreidingsplan aangegeven. De heer R.J.C.VAN VDIMMEREN zou burgemeester en wethouders toch in overweging willen geven de mogelijkheid om het bord te verplaatsen te willen bezien. De VOORZITTER antwoordt dat deze aangelegenheid door de Provinciale Waterstaat wordt bekeken. Straatverlichting. De heer R.J.C.VAN VDIMMEREN zegt dat de straatverlichting prima in orde is en er naar zijn mening weinig gemeenten zijn, waar het zo goed is. Vooral de Oude-Kerkstraat is bij avond prachtig. Toch is spreker opgevallen, dat, waar alle palen 30 H. 35 meter uit elkaar staan, deze afstand bij Neelen wel 65 meter bedraagt. Hij vraagt zich af wat daar de oorzaak van is. De VOORZITTER deelt mede, dat er een lantaarnpaal bij Mulders-Buckens had moeten staan, doch deze had daar bezwaar tegen. De VOORZITTER kan dit niet als een daad van gemeenschapszin zien; Mulders zou hiervan weinig last of hinder ondervonden hebben, omdat de paal juist tussen huis en winkel zou komen te staan. Nu is de lantaarn paal in de Molendijk geplaatst nabij de afrit naar het perceel van J. Blommerde en de afrit naar het perceel van Vermunt. De VOORZITTER deelt nog mede, dat de straatverlichtingsarmen aan de Oudendijk en ook aan de Sluissedijk dezer dagen zullen worden her-

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1959 | | pagina 25