26. RONDVRAAG. Sportterrein. De VOORZITTER deelt mede, dat naar aanleiding van in de vorige vergadering gestelde vraag van de heer Eerstens, "burgemeester en wet houders inlichtingen hebben ingewonnen over het onderhoud en de toe stand van het gemeentelijke sportterrein. De Nederlandsohe Heide- Maatschappij heeft een uitvoerig rapport uitgebracht; tevens wordt daarbij overgelegd een uittreksel uit een artikel voorkomende in "De Sportkroniek" van 29 september 1958 waarin enkele richtlijnen voorkomen ten aanzien van het onderhoud en de keuring van sportter reinen. Deze stukken hebben voor de leden ter inzage gelegen en er blijkt uit, dat het terrein behoorlijk wordt onderhouden, hetgeen niet wegneemt dat er enkele wenken ten aanzien van de bemesting en dergelijke worden gegeven. De heer A.A.EERSTENS zegt met belangstelling van het rapport te hebben kennisgenomen. Toch zou hij gaarne zien, dat de meidoorn ver wijderd wordt, aangezien de ballen daardoor ernstig worden beschadigd. De heer C.TH.J.DE WIT verklaart, dat burgemeester en wethouders wel bereid zijn de meidoornstruiken om de andere te verwijderen. Al gehele rooiïng vindt hij nog niet gewenst, aangezien deze meidoorn, het aanwezige plantsoen beschermt tegen de vernieling door de jeugd. De heer A.A.EERSTENS vraagt of het niet beter is, dat Roozen of een ander vast aangesteld wordt voor het onderhoud van het sportter rein. De VOORZITTER wijst er op dat Roozen destijds het sportterrein mede heeft aangelegd, zulks op verzoek van de Nederlandsche Heide- MaatschappijHij is daardoor bekend met de ligging van de drainage en later heeft hij, toen er geen andere mensen te vinden waren, het terrein verzorgd. De heer A.A.EERSTENS vraagt of de voorzitter het niet beter vindt, dat de betrokkene een aanstelling krijgt. De heer C.F.DEIJEERSRoozen is in het begin door de Heidê- Maatsehappij aangesteld. De heer A.A..EERSTENS vindt, dat de man, die het sportterrein onderhoudt, er een volledige dagtaak aan heeft. De heer R.J.C.VAN VLIJMEREN stelt de heer Eerstens de vraag, welke deskundigen hem hebben medegedeeld, dat het sportterrein niet behoorlijk onderhouden wordt en dat het gemaaide gras van het ter rein verwijderd moet worden. Een en ander naar aanleiding van het geen de heer Eerstens in de vorige vergadering ten aanzien van het onderhoud van het sportterrein heeft naar voren gebracht. Zijn dat dezelfde mensen, die nu het rapport aan burgemeester en wethouders hebben uitgebracht, vraagt spreker. De heer EERSTENS merkt op, dat hij niet gezegd heeft, dat aan hem persoonlijk die mededelingen door de deskundigen zijn gedaan. Hij heeft deze inlichtingen van derden gekregen. Als het gras niet tijdig gemaaid wordt, wordt het te lang en als het dan op het veld blijft liggen, komen daaronder dode gele plekken. De heer R.J.C.VAN VLIMMEREN dringt er op aan, dat de heer Eerstens de namen van de deskundigen zal noemen. Spreker wenet te weten wie dat geweest zijn. De heer A..A.EERSTENS kan aan het verzoek van de heer van Vlimme- ren niet voldoen, omdat hij - zoals hij reeds heeft gezegd - de bewuste deskundige persoonlijk niet heeft gesproken. Hij blijft van mening, dat er voor een persoon bij het onderhoud van het sportter rein een volledige dagtaak ligt en zal gaarne zien, dat iemand daar voor een vaste aanstelling krijgt.

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1958 | | pagina 35