biz. 5
Wijziging
Bouwverordening
(afgevoerd van
de agenda)
Vaststelling
gem.begroting
!*1956 en de begr.
1956 voor het
gem,woningbe
drijf
Voorzitters de zaak is, dat we in het oog moeten houden,
dat het onderling verband niet te loor gaat. We hebben genomen
95/o en haalt daarbij nog aan de zinsnede uit de 1 november 1954
circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken: dat ter ver
krijging van een nieuwe algemene gedragslijn deze bewindsman
zich ermede kan verenigen dat als uiterste plafond het maximum
der secretariswedde mag worden benaderd, maar in alle gevallen
beneden deze norm behoort te blijven.
De voorzitters Mijne Heren, u hebt dus het voorstel van
burgemeester en wethouders gehoord. De heer Kop: het gaat over
de hoedanigheid van de functie van de commies tevens gemeente
ontvanger, als later in Den Bosch hierin maar geen degradatie
of een terugbrengen der functie wordt gezien. De voorzitter: er
is geen kwestie van degraderen. De heer Brouwers: is er van de
ambtenarenbond geen advies ingekomen? De voorzitter: ja, dit
heeft ook ter inzage gelegen. De voorzitter leest het betrekke
lijk gedeelte daaruit voor. De voorzitter: het gaat erom, moeten
we nu voor de andere ambtenaren De heer van Vlimmeren onder
breekt: ik geloof niet dat dit de bedoeling van de heer Kop is.
De voorzitter: er bestaat geen degradatie. De heer Kop: en in de
toekomst. De voorzitter: We komen aan de 95$ er er boven. De
heer Kop: en verbinden aan de functie 90$; er is een tekort aan
ambtenaren, we mogen 95$ geven; zal hierin niet gezien worden een
terugbrengen van deze functie, en dat zou ik niet graag willen
zien, waarmede algemeen wordt ingestemd. De heer Deijkers: dit
kan toch genotuleerd worden. De voorzitter: alle overgangsbe
palingen konden beter geschrapt worden.
Hierop wordt zonder hoofdelijke stemming, overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot vast
stelling van de salarisverordening 1955. De voorzitter; we
zullen deze aan heren Gedeputeerde Staten mededelen; de bond kan
zonodig zijn bezwaren indienen.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit punt van de
agenda af te voeren, aangezien deze wijziging der Bouwverorde
ning niet van toepassing is voor de gemeente Standdaarbuiten.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De voorzitter vraagt of er, met betrekking tot de onder
havige gemeentebegroting en de begroting voor het gemeentelijk
woningbedrijf, nog leden zijn die een algemene beschouwing
wensen. Geen der leden een algemene beschouwing wensend, leest
de voorzitter het rapport van de Commissie van onderzoek voor.
Burgemeester en wethouders hebben hierop schriftelijk van ant
woord gediend, hetwelk door de voorzitter eveneens wordt voor
gelezen.
Bij post 124 Onderhoud der lantaarns en verdere kosten der
straatverlichting deelt de voorzitter mede, dat burgemeester en
wethouders de opmerking van. de Commissie omtrent het opschilderen
der lantaarnpalen als juist erkennen en stelt daarom voor voor
het opverven van de lantaarnpalen f.1000,- op de begroting te
brengen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereankomstig
besloten.
Bij post 150 rattenbestrijding: Burgemeester en wethouders
hebbe* er geen bezwaar tegen, dat deze post met f.125,- verhoogd
wordt. De voorzitter stelt voor deze post met het aangegeven be
drag te verhogen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereen
komstig besloten.